** De Rode Steen - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: Een roep om hulp
Hoofdstuk 2: Bij kabouter Rompelpot
Hoofdstuk 3: De ruine van Abaron
Hoofdstuk 4: Het vrouwtje bij het vuur
Hoofdstuk 5: Het antwoord van de blauwe bloemen
Hoofdstuk 6: Terug uit de ruine
Hoofdstuk 7: Op weg naar de heks - een nare ontdekking
Hoofdstuk 8: Bij de heks Ziggara
Hoofdstuk 9: Ziggara is boos op de elfjes
Hoofdstuk 10: Een gast voor Ziggara
Hoofdstuk 11: Wat is de Rode Steen?
Hoofdstuk 12: Joris en Resi in het nauw
Hoofdstuk 13: Gevlucht!
Hoofdstuk 14: Voor de tweede keer in de ruine van Abaron
Hoofdstuk 15: Toverkracht van de blauwe bloemen
Hoofdstuk 16: Ontmoeting in het bos
Hoofdstuk 17: Te gast bij de elfjes
Hoofdstuk 18: Terug naar Ziggara
Hoofdstuk 19: Het huisje van kabouter Rompelpot
Hoofdstuk 20: Opnieuw de Rode Steen
Hoofdstuk 21: Gebeurtenissen in de nacht
Hoofdstuk 22: Voor de derde keer in de ruine van Abaron
Hoofdstuk 23: Een schok voor Joris en Resi
Hoofdstuk 24: Achter kabouter Rompelpot aan
Hoofdstuk 25: In de Groene Vallei
Hoofdstuk 26: Voor de laatste keer Ziggara
Hoofdstuk 27: Bij de geitenhoeder
Hoofdstuk 28: Met Bart in de bergen
Hoofdstuk 29: De spelonk
Hoofdstuk 30: Waar is kabouter Rompelpot?
Hoofdstuk 31: Kabouter Grisius
Hoofdstuk 32: Hard werken
Hoofdstuk 33: Op het nippertje!
Hoofdstuk 34: Het einde
Hoofdstuk 35: Slot


Hoofdstuk 35: Slot


Resi werd wakker in haar eigen bed. Ze was weer thuis!
"Hoe kan dat?" dacht ze. Ze was zo gewend op de meest vreemde plekken wakker te worden, dat het raar was dat ze nu weer gewoon in haar eigen bed lag. Maar toen herinnerde ze zich het feest van gisteravond weer. En de stem van Esmeralda die zei dat ze hun naar huis zou brengen. Dat was dus gebeurd.
"We hebben niet eens afscheid kunnen nemen!" bedacht het meisje ineens met schrik. "Van niemand niet! De elfjes, Ivar, kabouter Rompelpot, Elsa....."

Het was nog geen tijd om op te staan. Resi had nog even. Liggend in haar bed dacht het meisje aan wat ze de afgelopen dagen allemaal had beleefd. Nu ze weer hier was, leek dat alles ineens erg ver weg. Had ze het wel meegemaakt? Of was het een droom geweest?
Een droom..?
Resi schoot overeind. Wat voor dag was het vandaag?
Tegen de tafelpoot zag ze haar rugzak liggen. Die was ook weer terug. Had ze het allemaal wel echt beleefd?
Het was koud buiten het bed. Resi ging weer liggen. Ze dacht weer aan de wereld waarin ze was geweest. De heks Ziggara, de Rode Steen, kabouter Rompelpot, Ivar de uil, die echt had kunnen praten. Kon dat eigenlijk wel?
Toen dacht ze aan de ruine van Abaron. Aan Elsa die daar alle dagen bij haar kookpot zat. Jammer dat ze er weg was. Ze had de oude vrouw graag willen helpen. Op de een of andere manier had ze medelijden met haar. Wat was er eigenlijk met haar aan de hand? Haar hand had heel koud aangevoeld. Was ze eigenlijk wel een mens? Jammer dat ze daar nu niet meer achter kon komen.

Buiten begon het licht te worden. De normale wereld werd werkelijker en werkelijker. De herinneringen aan de wereld van de elfjes begonnen te vervagen. Onwerkelijk te worden. Niet echt meer. Toch een droom?

Resi wist het niet meer.
"Prrrrt."
Daar ging haar wekkertje af. Opstaan! Opstaan en naar school.
Resi stond op en liep naar de badkamer. Ze aarzelde even voordat ze in de spiegel keek. Hoe zou ze eruit zien? Nog steeds lelijk? Nog steeds als een trol, zoals Bart had gezegd? Maar toen ze eindelijk keek, zag ze zichzelf door het glas terugkijken. Gewoon zichzelf. Niet lelijker, niet anders. Resi bekeek zichzelf nog eens goed, maar ze kon echt niets ontdekken. Ze was vreselijk opgelucht dat ze niet meer lelijk was. Maar toch was ze ook teleurgesteld. Was alles nu gewoon een droom geweest?

Tijdens het ontbijt kon het meisje niet nalaten het toch te vragen.
"Mam?" vroeg ze.
"Ja kind?"
"Wat voor dag is het vandaag?"
"Het is woensdag! Weet je dat niet meer?" zei haar moeder verbaasd.
"Wat een onweer was dat gisteravond hè," merkte haar vader op terwijl hij de krant op tafel neerlegde. "Wat een harde knallen."

Onweer? Gisteravond? Dus niet een aantal dagen geleden, maar gewoon gisteravond? Toen wist Resi het zeker. Ze had het gedroomd. Ze had alles gedroomd: De elfjes, Ziggara, Ivar, kabouter Rompelpot met zijn huisje, Bart. Natuurlijk was ze niet naar een andere wereld geweest. Dat kon helemaal niet. Ze had gewoon een fijne droom gehad. Een mooie droom, dat wel. Maar gewoon een droom.

Maar toen Resi even later boven haar rugzak pakte, haalde ze er tot haar verbazing een brok steen uit.
Dit kon niet waar zijn!
Het meisje hield haar adem in terwijl ze de steen in haar handen bekeek. Een steen met een hengsel en een knopje eraan. Dit kon echt niet waar zijn! Deze steen leek wel... de glimsteen die ze van kabouter Rompelpot gekregen had!
Zou hij het nog doen?
Met een ruk schoot Resi naar haar klerenkast. Nu erin en dan de deuren helemaal dicht. Ze prutste aan het knopje. Zou de steen gaan schijnen? Zou hij het werkelijk doen?
Maar de steen deed helemaal niets. Hij gaf geen licht. Teleurgesteld kwam Resi even later weer de kast uit. Gewoon een stuk steen. Niets meer en niets minder.
Maar toen ze het brokstuk even later opnieuw bekeek, wist ze zeker dat dit wel de lichtsteen was geweest die ze van kabouter Rompelpot gekregen had. Alleen deed hij het nu niet meer.
Dus toch?

Het was een paar dagen later. Resi was al weer helemaal thuis in haar eigen wereld. De dagelijkse bezigheden hadden haar opgeslokt en ze dacht niet veel meer aan de wereld van het bos en de elfjes waar zo zo'n groot avontuur beleefd had. Haar gedachten daarover waren trouwens ook nog steeds verward. Bestond deze wereld nou wel? Of toch niet? Was ze er echt geweest? Of was alles toch alleen maar een droom geweest? Resi wist het niet. Ze kon er niets van zeggen! En dat was wel een beetje jammer. Graag had ze gewild dat die wereld, met al die wezens erin met wie ze was opgetrokken, had bestaan. Dat ze er echt was geweest. Een droom was zo gewoontjes. Zo simpel. Iedereen kon alles dromen. En Resi had toch echt wel het gevoel gehad dat dit speciaal was geweest. Dat het speciaal was geweest dat ze in dat bos geweest was. Dat niet iedereen daar kon komen. Maar ze wist het niet!

Ze liep door de drukke schoolgangen. Het was tijd om van les te wisselen en de gangen van het schoolgebouw waren vol met wandelende kinderen.
"Hoi!" Klonk het opeens. Resi keek op, en zette toen grote ogen op. Was dat niet....? Nee, dat kon toch niet? Dat was toch niet....? Joris! Het was Joris die tegenover haar stond! Niet meer zo lelijk zoals ze hem in het bos had gekend. Aangetast door de ruine van Abaron. Nee, nu zag hij er normaal uit. Net als zij. Een gewone, normale jongen. Maar wel een knappe jongen. Een heel knappe jongen, zelfs. Maar Resi herkende hem wel.

"Hee, hoi," zei ze verlegen terug.
De jongen gaf haar een vriendschappelijke stomp tegen de schouder.
"Je ziet er goed uit."
"Jij ook," was alles wat Resi kon zeggen. Stamelen meer.
"Beter," wilde ze zeggen, maar op de een of andere manier vond ze dat niet netjes klinken.
Toen liep hij door.
Jessica, Resi's vriendin die naast haar had gelopen en alles had gezien, stootte Resi nieuwsgierig aan.
"Ken je hem?" vroeg ze aan haar.
"Eh, ja," antwoordde Resi vaag. Ze was nog steeds in de war.
"Een knappe gozer zeg," zei Jessica terwijl ze achterom keek en Joris door de menigte heen nakeek. "Waar ken je hem van?"
"Oh, van zomaar ergens," antwoordde Resi vaag.
Maar dat had ze niet moeten zeggen!
"Zomaar ergens?" vroeg Jessica terwijl ze Resi scherp aankeek. Ze proestte. "Dat is verdacht, Resi, als je zoiets zegt. Heel erg verdacht. Kom op. Zijn jullie vrienden?"
"Eh, ja," antwoordde Resi. "Ja, ik geloof van wel."
"Jeetje, je bent wel onder de indruk van die jongen hè," reageerde haar vriendin. "Je loopt helemaal te stamelen. En nu word je zelfs rood. Volgens mij is dit je grote liefde. Resi is verliefd."
"Stil toch!", zei Resi geschrokken. "Ik ben helemaal niet verliefd!"

Maar dat nam Jessica niet serieus.
"Nee, het is zo te zien. Resi is verliefd," zei ze nogmaals plagend.
Twee andere meiden hoorden dit.
"Is Resi verliefd?" vroegen ze aan Jessica.
En nadat Jessica hun de details had verteld, begonnen ze mee te doen.
"Resi is verliefd."
De meiden namen het nieuws mee naar de klas en vertelden het daar door; en voordat de les begon, wist de hele klas het. Ze namen de roep over.
"Resi is verliefd, Resi is verliefd."
"Resi is verliefd, Resi is verliefd."
Zo klonk het de hele verdere dag. Resi vond het erg akelig wat de kinderen deden. Nare Jessica om het zo op te blazen! Stel dat Joris dit hoorde! Wat moest hij wel niet van haar denken? Ze was helemaal niet verliefd! Niet op hem in ieder geval. Maar daar trok de klas zich niets van aan.
"Resi is verliefd, Resi is verliefd."


's Avonds in bed dacht het meisje over alles na. Ze vond het vreselijk dat ze vandaag zo gepest was. Maar, als ze eerlijk moest zijn, was ze toch wel heel blij dat ze Joris was tegengekomen. Ze was niet verliefd op hem, natuurlijk niet. Maar samen hadden ze wel wat bijzonders meegemaakt. Zij twee. Hij had het ook beleefd. Anders zou hij haar niet hebben herkend, en zou hij niet hebben gezegd dat ze er weer goed uit zag. Het was dus toch geen droom geweest! Ze was niet als enige in dat bos geweest. Joris had het ook meegemaakt. De elfjes, kabouter Rompelpot, de heks Ziggara. Het was allemaal geen droom geweest!
En daarom was Resi blij. Ze had het allemaal echt meegemaakt!
"Heerlijk dat het toch geen droom was," dacht het meisje tevreden terwijl ze nog eens lekker in haar bed ging liggen.
Nee, Resi had het niet gedroomd. In dat verre land, onbestemd in tijd en ruimte hadden Joris en zij de Rode Steen echt naar de elfjes teruggebracht. En daar, in dat verre land, leefden de elfjes nu, dankzij de twee kinderen, nog lang en gelukkig!

Einde.


Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny