Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: Hoe het begon
Hoofdstuk 2: Een nieuw gezin
Hoofdstuk 3: De koopman gaat op reis
Hoofdstuk 4: Vermist!
Hoofdstuk 5: Veranderd leven
Hoofdstuk 6: Anders dan de anderen
Hoofdstuk 7: Afscheid van Molly
Hoofdstuk 8: Het huis zonder Molly
Hoofdstuk 9: Winter
Hoofdstuk 10: Lente
Hoofdstuk 11: Toekomst, toekomst, toekomst
Hoofdstuk 12: Geen echte dochter
Hoofdstuk 13: ...
Hoofdstuk 4: Vermist!
Cinderella hield zich vast aan de wetenschap dat de brieven nu een grotere afstand moesten afleggen. Waren de tweede en de derde brief niet ook veel later gekomen dan de eerste? Natuurlijk zou de volgende ook later komen. En er moest ook maar net een schip zijn die op dat moment terug voer en de brieven mee kon nemen. Misschien duurde dat wel een poos.
Het kon ook zijn dat haar vader nog geen mogelijkheid had gevonden om de volgende brief te posten. Of misschien had hij hem niet kunnen schrijven. En misschien was de brief onderweg wel verloren gegaan. Zoveel verschillende redenen waarom een brief niet kon komen. En in alle gevallen was er niets met vader aan de hand. Dus hield het meisje goede moed.
Elke dag kwam Cinderella met spanning van school thuis. Zou de postbode nu wel een brief gebracht hebben? Maar helaas, iedere dag kreeg ze ook weer het teleurstellende nieuws dat ook die dag geen brief, de langverwachte volgende brief van haar vader, niet was gekomen.
Zo gingen er drie weken voorbij. Er kwam geen brief, maar Cinderella bleef wachten. Ook Elisa hield goede moed. Ook zij geloofde dat ze op een dag wel wat van haar man zou horen. Ze ging er vanuit dat hij waarschijnlijk niet had kunnen schrijven, of dat zijn brief verloren was gegaan. En dat zou met de volgende ook nog wel eens gebeurd kunnen zijn. De zeeen waren heus niet zo veilig. Dus haalde de vrouw haar schouders op als de postbode weer geen brief van haar man had, en ging verder met haar bezigheden alsof het haar niet kon schelen.
De lente was vollop aanwezig, en ging langzaam over in de zomer. Het waren de laatste weken voor de zomervakantie, en Cinderella leerde hard voor de eindejaarstoetsen die zouden uitwijzen of ze volgend jaar een klas hoger mocht. Het meisje probeerde de gedachten aan haar vader opzij te zetten. Maar toch kon ze het niet helpen dat ze elke dag een teleurstelling kreeg als bleek dat de postbode weer geen brief van haar vader bezorgd had. En dat kwam wel hard aan.
Molly leefde met haar mee.
"Alweer geen brief van meneer?" vroeg ze als ze het meisje na school met een bedrukt gezicht weer de keuken binnen zag lopen.
"Nee," antwoordde Cinderella dan. "Weer niet."
"Kop op, meid," zei Molly hartelijk. "Meneer loopt niet in zeven sloten tegelijk. Hij weet best wat hij doet. Hij zal er wel een goede reden voor hebben dat hij nu niet schrijft."
En de vrouw zette Cinderella een groot glas limonade voor.
"Hier, drink maar op," zei ze hartelijk tegen haar. "Je zult wel dorst hebben. Het is zo warm weer."
Het was inderdaad warm weer. De lente was uitzonderlijk warm geweest, en het leek erop alsof de zomer ook zo zou worden. Buiten in de tuin bloeiden alle bloemen vollop. Overdag was het te heet, maar 's avonds, als het buiten afgekoeld was, was het een genot daar te zijn.
Cinderella dronk haar limonade haastig op, en gleed toen weer van haar stoel af.
Waar ga je heen?, vroeg Molly.
Naar mijn moeder's graf, antwoordde Cinderella. Met dit weer moeten de bloemen daar heel vaak water hebben.
Molly glimlachte. Cinderella zorgde heel goed voor het graf van haar moeder.
De dagen gleden voorbij, maar er kwam geen brief. Op een dag was Elisa het zat.
"Het heeft nu te lang geduurd," zei ze op een avond toen ze met haar dochters en Cinderella aan het avondeten zat. "Morgen ga ik eens informeren bij de handelsvereniging. Misschien weten zij meer."
De handelsvereniging was de vereniging van koopmannen waarbij Cinderella's vader aangesloten was. Misschien hadden zij nieuws van de boot waarop haar man zat. Elisa wist dat op dezelfde boot meer mannen van de vereniging waren vertrokken. Ze wilde informeren of men van deze mannen wel recent nog had gehoord.
De volgende dag gaf de vrouw orders de koets klaar te maken, en maakte zich zelf klaar voor het bezoek. Ze trok een van haar beste jurken aan en stak haar haar op. Toen ze daarmee voor de spiegel bezig was, zag ze iemand haar kamer binnen komen. Nieuwsgierig keek de vrouw om. Het bleek Cinderella te zijn.
"Zou ik meemogen naar de handelsvereniging?" vroeg het meisje schuchter aan haar.
"Oh ben jij het," zei Elisa die wat geschrokken was. "Wat kom je stil binnen. Ja, je mag mee. Maar trek even een andere jurk aan, wil je? Die blauwe die je pas hebt gekregen."
Cinderella knikte en ging blij terug naar haar kamer om daar haar jurk te verwisselen voor de blauwe die inderdaad nog erg nieuw was. Ze trok de jurk vlug aan. Ze was opgelucht dat ze mee mocht. De handelsvereniging leek haar saai, maar ze wilde erg graag weten wat over haar vader bekend was!
Cinderella en haar moeder gingen met de koets op weg. Het gebouw van de handelsvereniging lag in het centrum van de stad. In een mooi pand aan het hoofplein. Het was er altijd druk, want veel mannen waren lid van deze vereniging. Ze liepen in en uit door de grote voordeuren van het gebouw die op het plein uitkwamen, en die altijd open stonden.
Elisa en haar stiefdochter kwamen met hun koets voor het gebouw aan en stapten uit. Terwijl de koets achter hun wegreed naar een beschaduwd plekje, keken de twee vrouwen omhoog naar de ingang van het huis van de handelsvereniging. Voor allebei was het de eerste keer dat ze hier binnenkwamen, hoewel Elisa wist dat haar man er dikwijls was.
"Kom," zei Elisa na een poosje tegen Cinderella. "We gaan naar binnen."
De twee vrouwen klommen de trappen op naar de twee grote deuren en gingen erdoor naar binnen.
Binnen kwamen ze in een grote, statige hal die vol galmende geluiden was die werden weerkaatst door de stenen vloer en de stenen muren. Er kwamen diverse deuren en gangen op de hal uit, en boven was een galerij waarop ook weer verschillende deuren en gangen uitkwamen. Het krioelde van de mensen, en overal klonken stemmen.
Elisa keek om zich heen. Ze had geen idee waar ze moest zijn. Toen zag ze bij de deur een balie waarachter een man zat. Ze liep er naar toe en trok Cinderella met zich mee.
De vrouw sprak kort met de man achter de balie, maar Cinderella kon niet horen wat ze zei, want de geluiden van de hal overstemden Elisa's stem.
Toch had de man Elisa kennelijk wel gehoord, want hij wenkte een meisje dat in de grote hal had rondgelopen. Het meisje kwam naar hun toe en de man achter de balie sprak kort met het meisje. Toen nodigde het meisje Elisa uit met haar mee te gaan.
Cinderella volgde het tweetal haastig. Het meisje leidde hun naar een deur die in de ander hoek van de hal was. Deze deur stond open, maar toch klopte het meisje aan voordat ze er binnen ging. Daarna duidde ze Elisa en Cinderella dat ze ook binnen konden komen.
Elisa en Cinderella gingen het meisje achterna. Ze kwamen in een nogal slordige kamer waarin een heleboel stapels papier waren. Langs de muren stonden allemaal hoge kasten met planken waarop ook weer allemaal papierstapels lagen. En midden in de kamer stonden een aantal lage tafels waarop ook stapels met papier lagen. Aan de lage tafels waren twee mannen aan het werk. Ze keken niet op toen Elisa met haar dochter binnen kwam.
Links in de hoek was echter een bureau waarachter een man zat, en deze wenkte Elisa nader te komen.
"Wat kan ik voor u doen, mevrouw?" vroeg hij toen Elisa dichterbij gekomen was. Hij stond niet op, maar bleef in zijn stoel zitten. Hij keek naar de vrouw op en Elisa moest hem vanuit de hoogte aankijken.
"Ik zoek informatie over mijn man," antwoordde Elisa kort. "Hij is vertrokken naar het Oosten. En we hebben al een poos geen bericht van hem ontvangen. Heeft u misschien meer informatie over hem of over zijn schip?"
"Wat is de naam van het schip?" vroeg de man achter het bureau. Hij pakte er een groot boek bij en sloeg dat open.
Elisa noemde de naam, en de man zocht in het boek. Hij zocht met zijn vinger en draaide pagina's om. Hij zocht heel lang en Cinderella en haar stiefmoeder wachtten al die tijd in spanning af.
"Hmm, aha," zei de man tijdens het zoeken af en toe. "OK." En dan draaide hij weer een pagina terug en zocht met zijn vinger opnieuw langs de regels.
Op een gegeven moment werd Elisa ongeduldig.
"Heeft u al wat gevonden?" vroeg ze de man.
Het was even stil. De man gleed nog even langs de regels. Toen schraapte hij zijn keel.
"Nou," zei hij. Opnieuw schraapte hij zijn keel.
"Het zit zo," begon hij opnieuw. "Ook wij hebben lang niet meer van het betreffende schip gehoord. Het laatste bericht dat we hier hebben is van 9 weken geleden."
9 weken geleden! Toen was ook de laatste brief van Cinderella's vader gekomen.
Elisa liet niets merken.
"En wat betekent dat?" vroeg ze zakelijk.
"Ik weet het niet, ik moet het gaan uitzoeken," antwoordde de man achter het bureau vaag. "Van andere schepen die later naar de Oost vertrokken, hebben we wel gehoord, maar van dit schip inderdaad heel lang niet meer."
Hij richtte zich op.
"Wacht u even in de hal," zei hij tegen Cinderella's stiefmoeder. "Ik laat u zodirekt roepen."
Elisa staarde de man achter het bureau wat verbaasd aan. Toen ze zag dat hij inderdaad niets meer te zeggen had, draaide ze zich om en ging weer terug naar de hal. Cinderella volgde haar, half rennend.
In de hal was het nog altijd druk en rumoerig.
"Daar staan we dan," zei Elisa tegen Cinderella, "een lekker bedoening is het hier."
Ze vond het raar dat ze weer naar de drukke hal was teruggestuurd. En hoe moest ze hier nu wachten? Maar in een hoek ontdekte ze bankjes, en daar ging ze naar toe. Half in gedachten verzonken ging de vrouw er op zitten. Cinderella ging naast haar zitten, maar dat merkte de vrouw niet. Ze dacht na.
Er was niets meer van het schip gehoord. Van de schepen die later waren vertrokken was nog wel wat gehoord. Dat kon maar een ding betekenen: Het schip waarop haar man had gezeten, was zoek geraakt. Misschien wel verloren gegaan. Was haar man, zou haar man nog in leven zijn? Elisa kon niet goed nadenken.
Cinderella was ook half versuft. Haar vader, zijn schip, niets meer van gehoord. Wat was er gebeurd? Wat kon er gebeurd zijn? Zou er inderdaad iets ergs gebeurd zijn? Op dit moment kon Cinderella het nauwelijks geloven. OK, ze hadden een poos geen brieven ontvangen, maar dat kon toch ook een andere reden hebben? En zo zou het toch ook met de boot kunnen zijn? Hard schudde Cinderella ontkennend met haar hoofd. Nee, haar vader kon niet dood zijn. Alles was nog goed met hem. Er was niets gebeurd, en hij leefde nog.
Het duurde en hele poos. De middag kroop voorbij terwijl Elisa en Cinderella op de banken in de hal zaten. Het werd later, en het werd rustiger in het gebouw.
Eindelijk, toen Elisa al dacht dat ze haar vergeten waren, kwam iemand op haar en Cinderella toelopen.
Het was dit keer niet de man van achter het bureau. Een andere man kwam op hen af. Een die keuriger gekleed was. 'En misschien wel manieren kon hebben,' dacht Elisa.
Nu was de man hun genaderd.
"U had gevraagd naar meer informatie over uw echtgenoot?" vroeg de man aan Elisa.
Toen Elisa bevestigend knikte, stelde de man zich voor en nodigde Elisa en Cinderella uit met hem naar boven te gaan.
Achter de man aan klommen de twee vrouwen de grote trap op die achterin de hal begon en naar boven leidde. Boven kwamen ze uit op een lange gang waarop allemaal deuren uitkwamen. De man leidde hun naar een van die deuren die openstond, en nodigde hen uit naar binnen te gaan.
Elisa ging naar binnen, maar toen Cinderella achter haar ook naar binnen wilde gaan, draaide de vrouw zich om.
"Wacht jij buiten," zei ze tegen het meisje. "Dit is waarschijnlijk niet voor kinderen."
Verschikt bleef Cinderella terug. De deur ging dicht, en daar stond Cinderella alleen in de gang. Ze was verdrietig. Dit kon alleen maar betekenen dat Elisa nu te horen zou krijgen dat haar man niet meer terug zou komen. Maar dat was haar vader! Haar eigen vader! Verdrietig en boos keek het meisje naar de deur die zojuist dichtgevallen was. Wat gemeen dat zij er niet bij mocht zijn! Het ging toch om haar eigen vader? Nu ze zo alleen in de gang stond, voelde ze zich ineens erg verloren, en voor het eerst die dag begonnen de tranen te lopen. Zachtjes snikte het meisje voor zich uit.
Ergens verderop in de gang, voorbij een hoek zodat Cinderella het niet kon zien, ging plotseling een deur open. Een gelach klonk, en daar kwamen twee mannen de kamer uit. Ze waren vrolijk en babbelde opgewekt met elkaar. De deur ging dicht en Cinderella hoorde de twee mannen doorde gang naderbij komen. Ze schrok op. Zodirekt zouden ze de hoek omslaan! Ze mochten haar niet zien, zo met betraand gezicht! Het meisje keek om zich heen waar ze zich kon verstoppen. Maar ze kon geen plekje vinden.
Daar kwamen de twee mannen de hoek om. Cinderella zag dat het een oudere man met een jongere man was. De jongere man was nog heel erg jong, niet veel ouder dan Cinderella eigenlijk. Hij bleef verrast staan toen hij Cinderella in de gang ontdekte.
"Hee, meisje, heb je verdriet?" zei hij met een zachte stem.
Cinderella antwoordde niet. Ze glimlachte verlegen en hoopte dat de twee mannen zouden doorlopen. Maar dat deden ze niet.
De jongste kwam op haar af. Hij was inderdaad nog erg jong, een jongen gewoon.
"Vertel me eens wat er scheelt?" vroeg hij. "Het doet me pijn jou te zien huilen."
Cinderella kon wel door de grond zakken! Vlug wiste ze de tranen van haar wangen.
"Het gaat wel weer," zei ze dapper.
Maar de jongen hield aan.
"Nee, het gaat niet," zei hij. "Dat zie ik zo. Vertel me eens wat er is. Als het iets is wat ik kan doen, hoor ik het graag."
Tja, tegen zoveel vriendelijkheid kon Cinderella niet op. En dus vertelde ze de jongen over haar vader. De jongen keek nadenkend terwijl ze sprak.
"Zo," zei hij. "Dit is inderdaad naar nieuws. Ik vind het heel erg voor je, meisje."
Cinderella knikte als antwoord.
"Ik denk niet dat u wat kan doen," zei ze tegen hem. "Mijn stiefmoeder is binnen. Ze zullen haar wel vertellen wat ze moet doen. Maar desondanks hoop ik dat ze gewoon goed nieuws krijg."
De jongen knikte ook.
"Ja, dat hoop ik ook," zei hij. Hij stak zijn hand naar het meisje uit.
"Ik vind het heel erg voor je. En ik hoop dat het goed komt. Vast komt het allemaal goed. Hou moed."
De oudere man die al die tijd zwijgend erbij had gestaan, sprak nu.
"We moeten gaan," zei hij tegen de jongen, "het is al laat. Kom mee."
"Wacht nog even," zei de jongen tegen hem.
Hij draaide zich weer naar Cinderella om, en zei.
"Huil niet meer. Je vader komt terug, dat zal je zien."
"Kom Edward," zei de oudere man nu wat ongeduldig. "We moeten gaan."
"OK," zei de jongen. Hij liet Cinderella's hand los, en stak de zijne op als groet.
"Dag," zei hij tegen haar.
En toen was de jongen met de oudere man verdwenen. De trap af, naar de grote hal beneden.
Cinderella stond nog verbijsterd en verlegen in de gang toen de deur van de kamer openging waarin haar stiefmoeder was.
"Dan hoor ik nog van u," hoorde ze haar stiefmoeder zakelijk zeggen. "Dank u wel."
Cinderella keek naar Elisa. Ze zag dat de mond van de vrouw verbeten stond, maar ze had niet gehuild.
"Hoe is het met mijn vader?" vroeg ze.
"Hij wordt vermist," antwoordde Elisa kort tegen haar. "Waarschijnlijk komt hij niet meer terug."
"Oh," zei Cinderella. Haar hart zonk in haar schoenen. Hoewel ze dit antwoord wel had verwacht, duizelde het haar toch. Maar tijd om na te denken, had ze niet. Elisa pakte de hand van het meisje vast en nam haar mee de trap af, naar de hal.
In de hal was het nu erg stil geworden, en daardoor kon Cinderella haar stiefmoeders stem goed horen toen die haar alles vertelde.
"Ze hebben niets meer van het schip gehoord. Er is in die tijd ook een grote storm geweest. Waarschijnlijk is het schip vergaan, en is iedereen die erop zat dood. Oh, dat dit mij opnieuw moest overkomen. Opnieuw! Na Dirk, nu opnieuw!"
Nu stonden ze buiten. Elisa keek om zich heen en ontdekte de koets die iets verderop stond. Ze bracht Cinderella er heen. Onderwijl ratelde ze verder.
"Ik krijg geld van de maatschappij, maar lang niet zo veel als dat ik had verwacht. Ik ga weer arm worden. Ook dat weer opnieuw. Wat een ongeluk! Wat een ellende. Waarom moet ik dit meemaken? Waarom nog een keer? Juist nadat ik me eruit had gewerkt. Ik snap het niet! Wat een ongeluk heb ik."
Elisa ratelde maar door. Cinderella luisterde nauwelijks naar haar. Het meisje kon nog steeds niet goed nadenken. Nog steeds voelde ze zich verward. Leeg. Hol van binnen. Nu waren ze bij de koets, en de twee vrouwen stapten in.
"Naar huis!" riep Elisa tegen de koetsier met een stem die iets te fel en te hard klonk, "en snel een beetje."
De koetsier aarzelde geen moment. Snel liet hij de paarden lopen, en de koets begon te rijden.
Het was een dolle rit, die reis naar huis. Tenminste, zo leek het voor Cinderella. De koets schommelde en botste en ratelde over de keien. Inderdaad liet de koetsier de paarden harder lopen dan normaal, want hij was geschrokken van de stem van Eliza. Maar dat was niet waarom Cinderella's hoofd zo vol zat. Het meisje was helemaal duizelig. Er was zo veel op haar afgekomen, dat ze alles maar nauwelijk kon bevatten.
Haar vader, dood misschien. Maar zeker weg! Waar was hij? Hoe kon het zijn dat hij niet hier was, bij haar? Waarom was ze alleen? Waar waren haar ouders?
Cinderella voelde zich vreemd leeg terwijl de koets voortreed. Maar ze huilde niet. Ze kon niet huilen. Ook daarvoor was ze te leeg.
Eindelijk draaide de koets de laatste bocht bij hun huis om. Cinderella kon door het raampje het huis zien liggen. Maar toen kreeg ze opnieuw een schok, want ze hoorde haar stiefmoeder zeggen:
"Dat zullen we ook van de hand moeten doen. Ojee ojee, wat komt er allemaal op me af."
Verhuizen, nee! De koets stopte voor de deur, en Cinderella rolde uit het rijtuig. Molly was in de tuin. Ze was een kop thee aan het drinken terwijl ze genietend om zich heen naar de bloemen keek. Ze keek op toen Cinderella uitstapte.
Cinderella zag het vertrouwde gezicht van Molly - de enige die nog van vroeger was. En ze rende op haar af. Ondertussen sprongen de tranen in haar ogen.
"Molly," huilde ze.
Het was het eerste wat ze zei sinds Elisa uit dat kamertje was gekomen en haar mee naar de koets had genomen. Al die tijd had het meisje zich leeg gevoeld, maar nu barstte ze in snikken uit. Molly ving het oversture meisje verbaasd op, en nam haar vlug in haar armen. Ze keek vragend naar Elisa. Maar een blik op de vrouw gaf haar genoeg informatie, en ze begreep het meteen. Het was mis.
Cinderella huilde tegen Molly aan.
Daar ging de voordeur open.
"Wat is er aan de hand?" klonk Paula's stem door de tuin.
Het meisje zag haar moeder, en zei toen:
"Komt hij niet meer terug?"
Haar moeder liep naar haar toe en vertelde haar het nieuws. Cinderella hoorde Paula nog net vragen: "Dus we zijn weer halfwees?"
Toen gingen de twee naar binnen, en de voordeur ging dicht.
Ja, Paula was halfwees. Maar zij was compleet wees. Nu! Haar was moeder dood. En nu was haar vader ook weg. Er was niemand meer die bij haar hoorde. Ze was alleen in de wereld. Alleen Molly had ze nog. Molly die ze dicht tegen zich aan hield. Tegen Molly aan huilde Cinderella heel veel tranen.
Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 5: Veranderd leven