** Twee wegen en een driesprong - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: DEEL 1 -Dominic en ik-
Hoofdstuk 1: Ups and downs
Hoofdstuk 2: My heart will go on and on...
Hoofdstuk 3: De opening van mijn ogen
Hoofdstuk 4: Gestoorde jongens
Hoofdstuk 5: Linde
Hoofdstuk 6: Mijn dagboek
Hoofdstuk 7: De extase van een wedstrijd
Hoofdstuk 8: Een avontuurlijke avond
Hoofdstuk 9: I'm losing control
Hoofdstuk 10: Gebroken
Hoofdstuk 11: Gala en Linde
Hoofdstuk 12: War in my life
Hoofdstuk 13: Overwinning
Hoofdstuk 14: Stan
Hoofdstuk 15: Overweldiging
Hoofdstuk 16: Een pijnlijke bekentenis
Hoofdstuk 17: Starende ogen zijn verliefd
Hoofdstuk 18: Eén na laatst
Hoofdstuk 19: Bericht aan Dominic


Hoofdstuk 15: Overweldiging


Een beetje hinkelend liep ik naar mijn plek, achter in de klas. Mijn voet deed met elke stap die ik zette meer pijn.
‘Gaat het?’ fluisterde Sofie naast me.
‘Ja hoor…’
Ik plofte neer op mijn stoel en direct draaiden zich een paar mensen om. ‘Wat is er gebeurd?’ vroegen ze nieuwsgierig. ‘Waarom duurde het zo lang?’
Uit hun vragen maakte ik op dat Sofie al het hoognodige verteld had. Daarom reageerde mevrouw Park zo rustig toen ik het lokaal in kwam. Ze wist alles al. Nou ja, alles… Waarschijnlijk had Sofie alleen verteld dat Stan van de schommel was afgevallen en dat ik hem was nagesprongen. Zij had Ten Hove gehaald, maar meer wist ze niet.
‘Pepijn en Ben! Omdraaien!’ Voor me draaiden Ben en Pepijn zuchtend om. Gelukkig maar. begrepen ze nou niet dat ik al die aandacht helemaal niet wilde?
Alleen Rozemarijn, die naast me zat, lichtte ik fluisterend in van het hele gebeuren. Ze staarde me met open mond aan. ‘Dat zou ik nooit gedurfd hebben!’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Rozemarijn, opletten!’

Tjonge, mevrouw Park was vandaag wel erg oplettend. Ik zag dat er al verscheidene namen op het bord stonden. Zij zouden vast strafwerk krijgen.
Ik keek op de klok en zag dat we nog drie minuten hadden. Mevrouw Park schreef het huiswerk op het bord en iedereen begon luidruchtig zijn tas in te pakken.
‘Pepijn, Mark en Jasmijn, kom eens hierheen. Even kijken, schrijf de eerste paragraaf van dit hoofdstuk maar over.’ Mevrouw Park keek in haar agenda. ‘Voor de volgende les, dat is morgen.’
‘Ah, mevrouw!’ zei Jasmijn. ‘Morgen krijgen we vakantie! Dan laat u ons toch geen strafwerk maken, voor de laatste les voor de vakantie?’
‘Kan me niets schelen! Vandaag hebben jullie nog geen vakantie.’
Dat vond ik echt gemeen van mevrouw Park. Echt iets voor haar.
Er klonk een luide piep – de bel.
Laatste uurtje. Eigenlijk hadden we Engels, maar omdat er een jongen uit mijn klas naar havo ging, zouden wen een high-tea hebben. Ik had er best zin in.
Even nog wat eten, voor ik de bus inging. Die cup-a-soup vulde niet echt.
Ik hoopte dat ze maar veel eten mee zouden hebben, wat waarschijnlijk wel het geval was.

We liepen naar de tweede verdieping en ik speurde overal naar Dominic. Waar was hij? Ik wilde hem nog even zien!
De schrik sloeg me om het hart toen ik besefte dat we morgen vakantie zouden krijgen. Kerstvakantie. Ik zou Dominic twee weken lang niet zien!
Hoe moest ik dat ooit uithouden?
Bijna hoopte ik dat we maar geen vakantie zouden krijgen. Ben je gek, zei ik tegen mezelf. Vanaf de zomervakantie heb je verlangt naar de herfstvakantie en van de herfstvakantie naar de kerstvakantie. En nu wil je geen vakantie om Dominic?
Doe niet zo raar.
Ik stapte het lokaal van Engels binnen.
Mevrouw Janssen, onze mentrix, had het hele lokaal al veranderd. Alle tafels stonden in de hoek en de stoelen in een kring. Ik moest opeens aan de kleuterschool denken. Daar zaten we ook altijd in de kring. Nou ja, soms kon dat nog best wel gezellig zijn.
Al gauw vormde er een groepje om me heen. Wat wilden ze? Daar kwam ik al gauw achter. Het scheen dat Sofie nogal had overdreven had van wat er gebeurd was. En nu wilde iedereen dat natuurlijk tot in de puntjes weten.

‘Stan viel van die schommel af en ik sprong hem achterna…’
‘…en hoe!’ viel Sofie me in de rede. ‘Ik viel er bijna achteraan door haar sprong! En ze sprong zonder mat eronder!’
Gefrustreerd keek ik naar Sofie. Ik had niet zo’n zin in zo’n heldenverhaal. Ik wilde helemaal geen aandacht. Ik zat nog te veel in het gesprek met Whitford en Ten Hove. Ik zat steeds met mijn gedachten bij mama en Kevin. Bij wat de gymleraren me verteld hadden en dan voelde ik me zó klein… moest ik dan een heldenverhaal gaan ophangen?
Bovendien had ik nog steeds last van mijn enkel en daar werd ik chagrijnig van.
‘Nou, Stans gezicht bloedde heel erg dus toen heb ik hem verbonden terwijl Sofie een leraar ging halen.’
‘Heb jij hem verbonden?’ vroeg Laure.
‘Ja… ging helemaal niet goed, hoor. Ik kan zoiets echt niet. Nou, en na een poosje kwam Ten Hove erbij.’
Ik liet hele delen uit het verhaal weg. Ze hoefden niet te weten wat er nog meer gebeurd was. Ze hoefden niet te weten dat ik mijn hand op Stans borst had gelegd, dat ik bang was dat hij dood zou gaan.
‘En dat duurde zo lang?’ wilde Ronald weten. ‘Zo lang dat je een hele pauze en een uur daarna nog niet in de les bent?’

‘Ik bleef erbij toen de leraren Stans hoofd verbonden en ze hebben mijn voet ook nog even in het verband gedaan. Dat duurde even.’
‘Je voet?’ Ben keek me verbaasd aan.
‘Ik heb mijn enkel gekneusd toen ik van die schommel afsprong,’ zei ik met een afgewend gezicht. Mijn klasgenoten keken me met grote ogen aan. Ronald hield vol. ‘Heb je daarna dan gespijbeld, of zo? Want een voet verbinden duurt geen uur.’
Ik fronste mijn wenkbrauwen. Als een andere klasgenoot dit vroeg, zou ik geen antwoord hebben gegeven. Maar het was Ronald die het vroeg. En Ronald was een DTC’er, hij had vanaf groep 1 bij me in de klas gezeten. Hij zat bij mij in de club. Hém kon ik vertrouwen. Ik wist dat Ronald echt geïnteresseerd was, dat was zo bij DTC’ers. Ze wilden het hele verhaal horen, niet de helft.
Zo zat dat nou eenmaal. Wij kenden elkaar.
Ik dacht aan iets wat Linde een keer had gezegd. If you have tears in your eyes, don’t say you’re happy.


Ze had gelijk, besefte ik. in de klas heersten andere regels dan in onze club. In de club was heerste de regel die Linde gezegd had. In de klas telde het tegenovergestelde. Ik stond even in dubio. Hier waren beide partijen. Er een beetje om heen draaien?
‘We gingen nog met z’n allen eten in dat hokje van hen. En daarna hebben we nog even gepraat.’
Ik keek Ronald waarschuwend aan. Niet verder vragen, alsjeblieft.
Hij begreep het. Hij hield zijn mond.
Iedereen ging zitten en Sofie zocht mij op. ‘Waarom deed je net alsof er maar iets kleins was gebeurd?’ siste ze. ‘Ik zou er een heel verhaal van hebben gemaakt! Man, das toch cool!’
‘Nou, ik dus niet,’ wees ik de boot af.
‘Ik snap jou niet. Anders maak je er wel een heel heldenverhaal van!’
‘Nou, nu niet!’ ik wond me zichtbaar op en Sofie hield gelukkig haar mond.
Mevrouw Janssen riep Sebastiaan naar voren. ‘Jammer dat je de klas uitgaat, joh!’
Ik knikte en zuchtte zacht. Het was weer zover. Weer ging er een jongen uit de klas die niet zo’n vreselijke nerd was. Er waren in de afgelopen twee jaar vier jongen uit onze klas gegaan; of naar havo, of blijven zitten. En het waren precies de jongens die voor de gezelligheid zorgden. Het aantal nerd jongens kwam snel in de meerderheid. We hadden nu alleen Ben en Frank nog. En Ronald en Mark, natuurlijk. Maar voor de rest…

Allemaal jongens met brillen en broeken tot hun middel opgetrokken met blouses erin. Nee, we kregen een steeds saaiere klas.
Er werd een cadeautje aan Sebastiaan gegeven en daarna begon het festijn.
We aten ons vol met taart, cake en echte Engelse scones. Daar had mevrouw Janssen natuurlijk gezorgd. Ze was niet voor niets een Engelse lerares!
Gelukkig had ze de gebruikelijke Engelse thee met melk achterwege gelaten. In plaats daarvan was er cola en sap.
Er kwam weer een schaaltje langs met bonbons. Ik gaf het door zonder er iets van af te nemen; ik zat propvol.

Veel te gauw naar mijn zin kwam het einde al in zicht. Mevrouw Janssen keek op haar horloge en zag dat het al vijf over drie was. Opschieten dus.
Onze bussen vertrokken om precies kwart over drie en wie hem niet had gehaald, had pech. Daar had ik nu dus echt geen zin in; met die voet. Dan moest ik met de openbare lijndienst en dat duurde een half uur langer.
Iedereen zette de tafels weer recht en schoof de stoelen erachter. We raapten alle papiertjes van de grond en mikten die in de prullenbak. Er lagen nog stukken cake en zo, maar die lieten we maar liggen. Dat mochten de schoonmakers maar opruimen. We pakten onze tassen en gingen bij de deur staan. Ik bleef een beetje achteraan staan en leunde tegen de tafels. Nog steeds waren er mensen die mijn verhaal nog niet hadden gehoord en ze hoorden me tot in de puntjes uit. Ik werd er gek van. Was het zo bijzonder wat er allemaal gebeurd was?
Beseften ze dat het eigenlijk heel anders was gegaan dan ik nu vertelde en wilden ze de echte waarheid weten?
Ik kwam er niet over uit. Zelfs mevrouw Janssen wilde alles weten. Maar ja, die was natuurlijk mijn mentrix. En ik had natuurlijk wel een uur ‘gespijbeld’.

De bel verloste me van al de nieuwsgierige vragen. Ik haastte me het lokaal uit, oplettend dat ik mijn voet niet te zwaar belastte. Ik had niet bepaald zin om mijn vakantie te verpesten door niet te kunnen voetballen of schaatsen.
Ik liep met Laure het leshuis uit en we schoven door de mensenmassa naar het trappenhuis. Al snel was ik haar uit het oog verloren en wurmde ik me door het dringen op de trap. Plotseling viel mijn oog op iets dat me zeer verheugde.
Dominic! Hij kwam van een trap hoger en liep net iets achter me. Ik zorgde er voor wat zachter te gaan lopen, zodat hij voor me kwam. Strak achter hem liep ik op de trap. Dominic praatte met een jongen naast hem, maar opeens draaide hij zich om.
Hij riep iets naar een jongen achter me. Een paar seconden stond hij stil en ik kon het niet verhinderen dat ik tegen hem opbotste.
In een flits voelde ik hem, rook ik hem.
Er schoot een pijnlijke steek door mijn voet. Een pijnlijke trek gleed over mijn gezicht en in een heel kort moment staarden Dominic en ik elkaar aan.
‘Sorry!’ zei hij met zijn zware stem. Hij zag hoe ik keek en zond me een bezorgde blik toe. ‘Heb ik je pijn gedaan?’
‘Neuh.’
Hij keek alsof hij me niet geloofde, wat geen wonder was als ik liet zien hoe pijn mijn enkel deed. Het had maar een paar seconden geduurd en de mensenmassa achter ons dwongen ons om verder naar beneden te gaan.

Al gauw was Dominic door de mensenmassa opgeslokt. Zo maar, in een seconde was hij uit mijn zicht verdwenen. Maar ik kon wel gillen.
Ik voelde zijn warmte nog door me heen glijden toen ik buiten kwam. Mijn ogen zochten naar de plek waar zijn bus stond en ik zag hem juist zijn bus instappen.
Ik prentte het in mijn hoofd: vierde bus. In de vierde bus zit Dominic. Opletten.
Ik liep naar de plek waar mijn bus stond en ging naar binnen. Even bleef ik stil staan, alle plekken aan een blik onderwerpend.
Ik moest er voor zorgen dat ik rechts kwam te zitten, want daar kwam Dominic langs. Niet bij de gordijntjes. Ik zag de perfecte plek – twee rijen voor de jongens, zodat zij niet irritant konden doen. Naast het grote raam zodat ik vrij zicht op de weg had. Ik plofte neer en zette mijn tas naast me. Ik had geen zin in iemand die naast me wilde zitten. Ik wilde alleen zijn met de pijn in mijn voet en ik wilde dromen over Dominic. Ik wilde niet lastig gevallen worden door nieuwsgierige mensen. Daar had ik nu echt geen behoefte aan.

Toen de bus zich in beweging zette, mikte ik mijn tas van de stoel en ging ik languit liggen. Mijn hoofd tegen het raam, benen in het gangpad.
Van voor in de bus hoorde ik iemand schreeuwen: ‘Allemaal naar achteren, nu!’
Dat zou onze buschauffeur wel zijn. Tja, dat was ook iets wat speciaal DTC deed. Wij gingen met z’n allen voorin staan om de rest van de bussen uit te zwaaien. Dat kon, omdat wij toch altijd de laatste waren die vertrokken – afgezien van Dominic dan. De hele massa zette zich in beweging en kwam naar achteren.
Ik had het aan zien komen, maar ik was te laat om mijn benen in te trekken. Dennis kwam naar achteren en botste tegen mijn benen aan. Ik gaf een schreeuw van pijn – ik kon het echt niet inhouden.
‘Wat nou weer?’ zei Dennis. ‘Dat doet toch niet zo’n pijn? Sorry, hoor.’
Sebastian, de vriend van Dennis, knikte. ‘Ja! Doe niet zo stom. Je had gewoon je been kunnen intrekken!’
‘Bemoei je er niet mee!’ viel Dennis driftig uit naar Sebastian. Hij wendde zich weer tot mij. ‘Hé, sorry!’
‘Maakt niet uit,’ ik probeerde te glimlachen, maar dat lukte niet echt. Achter Dennis en Sebastian werd geroepen. ‘Loop es door!’

Ik trok nu snel mijn benen in en de hele troep kwam langs. Ik moest straks toch maar even naar mijn voet kijken. Dit was niet normaal. Dit kon nooit zo maar gekneusd zijn! Bij elke kleine aanraking deed het pijn.
Ik zag hoe Sebastian drukke gebaren maakte en schreeuwde dat het mijn schuld was dat de rest niet door had kunnen lopen. Stomme Sebastian. Hij was irritant en hij pestte je altijd. De enige DTC’er die ik echt stom vond, was hij.
Een groot verschil met Sebastiaan uit mijn klas. Eén letter verschil in hun naam, maar in karakter… Sebastiaan was veel leuker.
Ik ging recht zitten en leunde met mijn hoofd tegen het raam. We waren bijna op de snelweg. Als ik Dominic nog wilde zien, moest ik geluk hebben. Op de snelweg zouden we ze kwijt zijn. De eerste bus haalde ons in, hoewel ik wist dat hij daar niet in zat, speurde ik toch de stoelen langs. Hij zat er inderdaad niet in. Nummer twee kwam langs.
Nog twee bussen. Het kwam niet zo vaak voor dat ze ons allemaal inhaalden. Ik hoopte maar dat het deze keer wel zou gebeuren. In bus 3 staken een paar jongens hun middelvinger op.

Op de een of andere manier deden de leerlingen van onze school dat altijd bij DTC’ers. Ik wist wel waarom – DTC was close. Te close, volgens hen. Als er iemand iets met een DTC’er deed, kon hij van te voren weten dat hij heel DTC tegen zich zou krijgen. Zo hadden een paar jongens mij in de eerste klas een keer getackeld, weet ik veel wat. Ricardo zat toen nog op school en iedereen die in de buurt was en DTC’er was, werd opgetrommeld. Zo had DTC tegenover die jongens gestaan, Ricardo vooraan. Wij waren niet zo flauw dat we met tien tegen één gingen, dus had Ricardo twee sterke DTC’ers uitgezocht en de jongens in elkaar getrapt. In zekere zin waren de andere leerlingen dus bang voor ons.
En nu we in de bus zaten en niets terug konden doen, staken ze hun middelvinger op.
Sukkel.
Ik tikte met mijn vinger tegen mijn hoofd. Nog meer DTC’ers hadden het gezien en ze joelden naar de jongen, hoewel die ons natuurlijk niet kon horen. De jongen dook met een rood hoofd naar onderen.
Ik lachte. Lekker puh. Dat kreeg je er van als je een DTC’er uitlachte! Dan kreeg je heel DTC op je dak!
Bus nummer drie schoof ons voorbij. Ik werd heet vanbinnen. Nummer vier. Dat was Dominic.

Ik tuurde door het raam om te kijken of die er al aan kwam.
Inderdaad kwam nummer vier eraan. Ik keek nu voor me en zag dat we al bijna de afslag naar snelweg hadden bereikt. Ik beet om mijn nagels. Zacht rijden, bus vier: doorrijden!
Na een poosje zag ik de voorkant van bus vier langs ons heen schuiven. Juist toen trok onze bus op. Bus vier verdween weer.
Zul je hebben dat ik hem net niet zal zien!
Gelukkig moest onze bus plotseling hevig remmen door een auto voor ons. Naast ons kwam bus vier te rijden. Mijn ogen gleden naar de achterkant van de bus: daar moest Dominic zitten. Drie banken van achteren, daar zat hij altijd.
Dit keer ook.
Hij lag met zijn hoofd tegen het raam – net als ik! schoot het door me heen – met zijn jas onder zijn hoofd. In zijn oor hing een zwart dopje. Ik zag net niet wat voor mobiel hij had. Ik bestudeerde zijn hoofd, zijn donkere ogen. Plotseling kwam hij overeind – keek hij me nu aan? Ik had het gevoel dat hij me recht in de ogen staarde. Toen was het al weer voorbij. Zijn bus had de mijn ingehaald. Ik zakte achterover in de stoel en sloot mijn ogen. Dag, Dominic.
Janna hing over haar stoel naar mij. ‘Heb je dorst?’
Ik haalde mijn schouders op. Eigenlijk had ik genoeg gedronken met de high-tea.
‘Ik heb een blikje Energy.’

Ik had geen zin om druk te worden. Nou ja, bij mij viel dat trouwens nog best mee met Energy. Sommige mensen konden er echt niet tegen, ik wil.
‘Ja, graag!’ zei ik. Een idee was door mijn hoofd geschoten: misschien dat de Energy mijn pijn wat zou gaan onderdrukken. De pijn in mijn voet werd namelijk steeds erger. Was Ten Hove of Whitford er maar! Zij wisten wat ik zou moeten doen!
Maar ze waren er niet en ik werd bijna wanhopig van de pijn. Mijn voet was niet gekneusd, maar gebroken. Kon niet anders! Het deed te veel pijn!
Ik nam het blikje Energy aan en klokte de vloeistof achter in mijn keel. Het brandde een beetje. Deed Energy dat altijd? Vroeg ik me af.
Of kwam het omdat ik het nu zo achter over sloeg?
Ik dronk wat rustiger en ik voelde de pijn in mijn enkel langzaam wegtrekken. Mooi zo. Toen ik het blikje leeg had, trok ik voorzichtig mijn schoen uit. Ik betaste de zere plekken. Mijn enkel was flink opgezwollen, merkte ik.
Het verband knelde. Zou ik het wat losser doen?
Ik zag van het idee af, ik zou het nooit meer zo professioneel er om heen krijgen als Ten Hove had gedaan. Voorzichtig drukte ik op de zere plekken. Ik had Stan niet moeten helpen tillen, besefte ik. Daardoor was er te veel druk op gekomen. Maar oké. ’t Was gebeurd. Niets aan te doen.

Ik legde mijn hoofd tegen de steun en sloot mijn ogen. Direct kwam het beeld van Dominic voor mijn ogen, maar niet helder. Het was alsof ik in water keek waarin hij gespiegeld werd. Het leek wel alsof hij zweefde. Hij lachte naar me en stak zijn hand naar me uit. Ik dacht aan het voorval op de trap. Ik liet alles nog een keer voorbij komen, heel langzaam. Ik analyseerde elk gedeelte er van. De botsing, zijn warmte tegen me aan. Zijn zware, vriendelijke stem die vroeg of ik pijn had. Zijn ogen die me niet geloofden toen ik ‘nee’ zei. Wat was er gebeurd als ik wel ja had gezegd? Had hij zich dan nog een keer verontschuldigt, of…?
Langzaam zakte ik weg in een lichte slaap. ‘Mir! Miryam!’
Ik schoot overeind. Linde schudde aan mijn schouder. ‘We zijn er bijna.’
‘Oh.’ Ik zakte weer terug. Mijn blik viel op mijn voet die in het verband zat. Linde zag het ook. ‘Wat heb je gedaan?!’
‘Met gym heb ik ‘m gekneusd.’
‘Hoe dan?’
‘Vertel ik wel een andere keer,’ ik knikte waarschuwend op de andere DTC’ers.
‘Oké. Doet het veel pijn?’
‘Beetje.’
Ik greep mijn schoen. Ik haalde de veters er een eind uit, anders kreeg ik die dikke enkel er niet in. Ook was ik bang dat als mijn schoen te strak zat, dat het veel pijn zou doen. Wel een geluk dat ik vandaag mijn sneakers had aangetrokken en niet mijn laarzen.

Langzaam trok ik mijn schoen aan. Ik kreunde even en Linde keek me bezorgd aan. ‘Wat is een beetje bij jou?’
‘Een beetje,’ zei ik.
‘Volgens mij doet dat niet een beetje pijn, maar een beetje erg pijn.’
‘Een beetje heel erg veel pijn,’ zei ik met een van pijn vertrokken gezicht.
‘Hoe denk je thuis te komen?’
Ik keek haar verbaasd aan. ‘Op de fiets!’
‘Ik hoop voor je dat het lukt. Als ik je zo zie…’
‘Wat moet ik anders? Lopen?’
Linde schudde haar hoofd. ‘Bel gewoon je ouders op!’
‘Mijn moeder ziet me al aankomen!’
‘En je vader dan?’
‘Die is er niet,’ zei ik strak.
‘Hoezo? Hij werkt toch soms thuis?’
‘Hij is in China.’ Begreep ze niet dat ik het niet over papa wilde hebben? Hij was nog steeds niet thuis!
‘O ja…’ zei Linde.
‘Ik zie wel.’
‘Succes.’ Ze stak haar hand uit toen de bus stopte. Ik greep die en trok mezelf overeind. Voorzichtig leunde ik even op mijn voet. Ging wel.
We staken de weg over naar het bosje waar onze fietsen stonden. Linde keek bezorgd naar me toen ik een beetje met mijn voet sleepte. ‘Gaat wel weer over, hoor,’ zei ik, toen ik haar zo zag kijken.

‘Zal best. Wat is er precies gebeurd?’
‘Lang verhaal.’
‘Weet je wat? Je komt naar mij toe en dan gaan we lekker bij mij thuis kletsen. Dan brengt mijn moeder je thuis!’
Dankbaar keek ik haar aan. Begreep ze dat ik niet bij mijn moeder wilde zijn?
‘Waarom wil je dat verhaal zo graag weten?’
Linde lachte en boog zich naar me toe. ‘’t Gaat over een jongen, hè?’
‘Hoe weet je dat nou weer?’ vol verbazing staarde ik haar aan.
‘Je bloosde zo schattig toen je zei dat je het wel een andere keer ging vertellen…!’
Ik lachte en stak mijn fietssleutel in het slot.
‘Het klopt, hè!’
‘Ja! Maar… het is anders dan jij denkt, hoor!’
‘Dat kan me niet zoveel schelen. Liefdesverhalen zijn altijd leuk.’
‘Nou zeg… liefde! Dat is het niet echt, hoor.’
‘Maakt niet uit. Verhalen over jongens zijn ook leuk.’
‘Daar gaat het wél over, ja.’
‘Mooi zo.’
Ik fietste achter haar aan het bosje uit. ‘Gaat het met fietsen?’
‘Ja… op zich wel. Als ik er maar niet te veel druk op zet.’

Naar Linde was het korter dan naar mijn huis. Dat was wel fijn, dan hoefde ik korter te fietsen. En terug zou ik door Lindes moeder gebracht worden. Als ze dan tenminste wilde. Linde kon dat wel heel blij zeggen…
We reden haar buurt in. Rijtjeshuizen. Nee, dan was ik liever in ons huis. Ons huis stond aan de rand van het bos, lekker vrijstaand tussen de weilanden.
Op een pleintje speelden verscheidene kinderen. Het meest buitenlandse, zag ik.
‘Hee Linde!’ riep een bruin ventje.
‘Ha Jib!’ schreeuwde ze terug.
‘Jib?’ vragend keek ik Linde aan. ‘Zo noem je je kind toch niet?’
‘’t Is Jib met een b, en inderdaad, zo noem je je kind niet. Maar zij kennelijk wel.’
Linde slipte het paadje naar haar huis op. Ze smeet haar fiets tegen een boom en ik zette de mijne erbij.
We liepen achterom en ik zag Lindes moeder bezig in de kamer. Met schaamte dacht ik terug aan die avond dat ik hier had gezeten. Dat ik zo hard was weggerend toen haar moeder er aan kwam… niet aan denken, zei ik tegen mezelf. Net doen alsof er niets gebeurd is. Misschien zijn ze het al wel lang vergeten.
‘Hoi mam!’ zei Linde jolig toen we de kamer binnenstapten.
‘Ha, Linde! Miryam; gezellig dat je er bent!’

Ik groette terug en volgde Linde een beetje hinkelend naar de keuken. ‘Heb je wat met je been gedaan, Miryam? Je loopt zo moeilijk!’ zei Lindes moeder.
‘Gekneusd – denk ik.’
‘Is het ingezwachteld?’
‘Ja.’
‘Oké.’ Lindes moeder zag zoiets echt direct. Geen wonder, ze werkte in de verpleging. Ik plofte naast Linde op de bank. Linde hield me een zak chips voor mijn neus en ik nam er wat uit.
‘Paprika, lust je dat wel?’
‘Ja hoor.’
Lindes zusje Lore kwam binnenstampen. ‘Mam, mama!’
‘Loor! Schoenen uit!’
In mezelf grinnikte ik. Zo ging het altijd bij Linde thuis. Haar zusje maakte altijd een bende en speelde in de modder. Het was gezellig bij hen, haar moeder maakte grapjes… Lindes moeder was meer een vriendin voor haar, dan een moeder.
‘Hoi Miryam!’ Lore sprong over Lindes benen heen en struikelde. Ze viel hard op mijn gewonde voet.

‘Autsj!’ mompelde ik.
‘Sorry!’ zei Lore met grote ogen en kwam tussen ons in zitten. ‘Waar is Joey?’
‘Die moest nakomen,’ zei Linde.
‘Nakomen?’ vroeg Lindes moeder verbaasd. ‘Moest Joey nakomen? Het is bijna vakantie!’
Linde haalde haar schouders op. ‘Ik weet het ook niet.’
Ik vond het ook zielig voor Lindes zusje. Linde was de oudste, na haar kwam Joey en Lore was de jongste. Echt een meisjesgezin, ook omdat haar ouders gescheiden waren.

Linde liet de laatste chips in haar mond glijden en stond op. ‘Ga je mee?’
Ik knikte en kwam overeind.
‘Wat gaan jullie doen?’ vroeg Lore.
‘Niets.’
‘Mag ik ook mee?’
‘Nee.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat jij nog een beetje klein bent en ik wil je er nu gewoon niet bij hebben.’
‘Ik ben al acht!’ protesteerde Lore.
‘Jurrian is ook acht,’ zei ik. ‘en die mag er ook niet bij zijn als Linde komt.’
‘Maar Jurrian is ook een jongen!’
‘Ja, en? Hij wil er ook altijd bij zijn, hoor!’
‘En trouwens,’ vulde Linde mij aan, ‘jij mag dan al wel acht jaar zijn, ik ben vijftien en Miryam ook!’
‘Bijna, ja.’
‘Zie je wel? Ophoepelen dus.’
Lore ging mokkend op de bank zitten en Linde haalde haar schouders op. ‘Kom!’
Ik volgde haar de trap op naar haar kamer. Linde had echt een leuke kamer, met veel roze. Ik was niet zo iemand die allemaal roze dingen had, maar bij Linde stond het leuk.

Ik plofte op haar bed en Linde ging naast me zitten met haar rug tegen de muur. ‘Vertellen, vertellen! Was het een knappe jongen?’
‘Kom op zeg! Ken je Stan?’
‘Stan? Oh, is het Stan? Dat is toch die blonde jongen, uit de vijfde?’
‘Ja, die bedoel ik!’
‘Dat is een super knappe jongen! En nu wil ik horen wat je met hem uitgehaald hebt.’
‘Oké dan. Nou, we hadden dus vrij gym en ik ging op de schommel. Heb jij dat ook gedaan? Je weet wel, die hoge.’
‘Oh die! Ja, daar heb ik ook even op geschommeld, maar die was heel saai.’
‘Niet als je staat. Op een gegeven moment ging ik samen met Ten Hove eraf springen…’
Ik vertelde het hele verhaal. Toen ik bij Stans val kwam, werd ze stil en ze leek de woorden wel uit mijn mond te willen trekken. ‘Hij lag daar zo… ik dacht dat hij dood was! Het was zo eng!’
Ik rilde. Linde legde even haar hand op mijn schouder. Ik ging weer verder. Ik vertelde dat ik zijn shirt had verscheurd om een verband aan te kunnen leggen. Linde schoot in de lach. ‘Deed je dat echt?’
Ik haalde grinnikend mijn schouders op. ‘Ik moest toch wat!?’
‘En?’
‘Wat, en?’

‘Had hij een beetje een sixpack?’
Ik schoot in de lach. ‘Tuurlijk! Wat denk jij dan!’
Linde grijnsde. ‘En die heb jij mogen aanschouwen? Oei, oei!’
Ik gaf haar een stoot in haar zij. ‘Kom op zeg. ’t Is Stan maar.’
‘Ja, ja…’ spotte Linde. ‘’t Is Stan maar! Ik zou m’n kans niet laten liggen!’
‘Nee, jij niet! Jongensgek dat je bent!’
‘Oh!’ Linde prikte me in mijn maag.
‘Trouwens,’ vulde ik er haastig aan toe, ‘als het alleen om een sixpack gaat bij een jongen… Dominic is ook flink gespierd!’
‘Oh ja? Heb jij zijn buik wel es gezien?’
‘Zijn bovenarmen zeggen al meer dan genoeg,’ zei ik droog.
Linde lachte. ‘Daar heb je gelijk in. Jammer dat het winter is, hè?’
‘Hoezo?’
‘Dan heeft hij lange mouwen aan!’
‘Ja, inderdaad! Wacht eens, en Johnny dan? Heeft hij een beetje spieren?’
‘Natuurlijk! Hij heeft een buik…!’
Ik viel haar in de rede. ‘Heeft ‘ie een buikje? Nou, daar mag je blij mee zijn!’
‘Oh! Hij heeft helemaal geen buikje! Hij is super cool!’
‘Ja ja.’
‘Maar vertel verder.’

‘Snel ander onderwerp? Maar goed hoor. Na een poosje kreeg hij het heel benauwd. En Sofie kwam maar niet. Sofie zou een EHBO’er ophalen, snap je. Stan ademde heel moeilijk, maar dat was nog niet het engste. Hij kéék zo vreselijk bang! Ik werd gewoon bang toen ik naar zijn ogen keek. Ik bedoel, als hij zelf al bang is omdat hij geen adem kan halen…!’
Linde knikte begrijpend. ‘Ik kan het me wel indenken, ja.’
‘…Gelukkig kwam Ten Hove er even later aanrennen. Hij nam het van me over en begon op zijn borst te duwen. Ik weet niet of hij hem nu aan het beademen was of zo – of hoe dat dan ook heet. In ieder geval, even later werd het weer beter. Ten Hove en ik namen hem mee naar dat kamertje van hen. Je weet wel, Stan sloeg zijn arm om mij en Ten Hove en toen tilden we hem half. Toen pas merkte ik hoe zeer mijn voet deed.’
‘Je had je gevoel gewoon uitgeschakeld?’ vroeg Linde met ontzag.
‘Kennelijk,’ ik haalde mijn schouders op. ‘Toen merkte ik in ieder geval dat ik toch niet zo goed was neergekomen.’
Ik vertelde over het verbinden van Stan en van mijn enkel. Van het gesprek met meneer Whitford en meneer Ten Hove. Ik vertelde alles, ik had ook geen zin om iets achter te houden. En Linde luisterde geduldig. Het was voor de eerste keer dat Linde hoorde over mijn jeugd. Over het gebeuren met Kevin en mama.

Ze had het in grote lijnen geweten, ze wist dat we altijd ruzie hadden, maar specifieke dingen wist ze niet. Nu wel.
Ik vertelde over de schokkende ontdekking dat ik op Kevin leek – volgens mama dan. Maar toch…
‘En dat vertelde je gewoon allemaal aan Whitford en Ten Hove en zelfs waar Stan bij zat?’
‘Ja… ik had ook liever gehad dat Stan er niet bij was. Hij begrijpt zo iets toch niet – denk ik! maar Whitford en Ten Hove vertrouw ik.’
‘Waarom? Waarom vertel je het hun wel en andere mensen niet?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik weet het zelf ook niet. Misschien omdat ze er zelf naar vroegen, omdat ze al delen van het verhaal kenden. En ja, op de een of andere manier voel ik dat mijn verhaal veilig is bij Whitford en Ten Hove. Dat ze me echt willen helpen!’
‘Tja,’ zei Linde schouderophalend. ‘Je moet het natuurlijk zelf weten – hoewel ik het wel kan begrijpen, hoor. Ze zijn ook nog jong en gewoon heel aardig. Dat vind ik zelf ook!’

Opeens begon Linde te lachen. ‘Wat nou weer?’ vroeg ik verbaasd.
‘Denk es na!’ zei ze. ‘Weet je eigenlijk wel wat je hebt gedaan?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou… je hebt je leven gewaagt voor een jongen – en het was niet eens Dominic!’
‘Ja, én? Had jij dat niet gedaan, dan?’
‘Dat weet ik niet,’ zei Linde. ‘Maar als je daar staat twijfel je natuurlijk niet. Ik bedoel, als je het later hoort, denk je sneller: eigenlijk was het best gevaarlijk. Snap je?’
‘Ja… inderdaad, ik ben er nog een beetje overweldigd van. Nu je het zegt. Ik had in het ziekenhuis kunnen belanden!’
‘Ja, hè, hè! Komt er ook een achter!’
‘Sorry hoor…’
‘Je had je emoties nog steeds op een laag pitje staan, zeker.’
Ik grinnikte. ‘Ja hoor.’
‘En, was Stan er een beetje blij mee dat je hem redde?’
‘Natuurlijk! Hij zou het vast niet leuk vinden om naar het ziekenhuis te moeten!’
‘Of dood te gaan,’ vulde Linde aan.
‘Zoiets, ja.’
‘Dat kan nog wat worden. Heeft hij je bedankt?’
Ik aarzelde. ‘Hij zei wel iets van ‘hoe kan ik je ooit bedanken?’’
‘Aha.’
Het bleef even stil en ik voelde Linde denken. ‘Hé, eh… je zit toch geen gekke dingen te bedenken?’
‘Wat nou!’ zei Linde verontwaardigt. ‘Wat denk je wel niet van mij?’
‘Een hele boel!’
‘Je hebt trouwens wel gelijk. Ik zat net te denken aan jou met Stan als vriend – geen gekke combinatie!’
‘Blond en rood werkt niet, weet je nog?’ zei ik hoofdschuddend.
‘Zwart of donkerbruin en rood wel dan?’
‘Natuurlijk wel! Dat is echt dé perfecte combinatie.’


‘Nou snap ik waarom je Dominic leuk vind: hij is gewoon de enige perfecte combinatie!’
‘Hé, hé.’
‘Wacht es… en wij dan? Dat is ook rood en blond!’
‘Bij meisjes kan het wel,’ zei ik eigenwijs.
‘Ja ja.’
Plotseling schoot ik in de lach; ik zag opeens het komische van de hele situatie. Combinaties rood en blond! Wat een gespreksonderwerp!
Ik gaf Linde een duw. ‘Gaan we over nog meer domme dingen praten, of…?’
‘Nee hoor,’ zei Linde.
Het bleef weer een tijdje stil. Een andere stilte dan net. Een stilte waarin niemand wist wat hij moest zeggen.
Plotseling legde Linde haar arm om mijn schouders. ‘Friends for ever!’
Ik keek haar lang aan. ‘Ja.’


Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 16:
Een pijnlijke bekentenis

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny