** De prinses en het meisje van de straat - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: De aankomst van de koning
Hoofdstuk 2: Een brutale poging
Hoofdstuk 3: In het paleis
Hoofdstuk 4: Verraad in de nacht
Hoofdstuk 5: Ontsnapt! Maar weer gevangen genomen.
Hoofdstuk 6: Bij de rovers
Hoofdstuk 7: De kluizenaar
Hoofdstuk 8: Gescheiden van Aralyssia!
Hoofdstuk 9: Bij de heer Vanark, en het begin van een plan!
Hoofdstuk 10: Een schrik voor Myrra
Hoofdstuk 11: Weer terug bij de rovers: een tijd van leren
Hoofdstuk 12: Het gaat beginnen!
Hoofdstuk 13: Op stap met Petrol
Hoofdstuk 14: Gebeurtenissen in het bos
Hoofdstuk 15: Spionageplannen
Hoofdstuk 16: Spioneren bij de rebellen
Hoofdstuk 17: Terug bij de rovers: plannen smeden
Hoofdstuk 18: Op pad om mensen te verzamelen
Hoofdstuk 19: Gevaar in Karandi
Hoofdstuk 20: Myrra's leger
Hoofdstuk 21: Een speciale nacht in het bos
Hoofdstuk 22: Een spion in hun midden!
Hoofdstuk 23: Voorbereidingen
Hoofdstuk 24: De veldslag
Hoofdstuk 25: Weer op weg, een nieuwe aanval, en eindelijk Petrol!
Hoofdstuk 26: De bevrijding van de koning
Hoofdstuk 27: Het geheim van Gustav
Hoofdstuk 0: Voorstukje


Hoofdstuk 17: Terug bij de rovers: plannen smeden


De terugreis naar de kluizenaar verliet vlot en een paar dagen later bereikten Armon en de twee meisjes de hut. Het weerzien met de kluizenaar was heel hartelijk. Gustav was eerst bezorgd omdat Petrol niet mee terug was gekomen. Maar toen Aralyssia hem vertelde dat de man in orde was en alleen bij de rebellen was gebleven om voor hun verder te spionneren, was hij tevreden.
Ze hadden een heerlijk maal in het hutje van de kluizenaar. De twee meisjes vertelden Gustav alles van hun reis. Armon vulde af en toe aan en vertelde van zijn tijd bij de rebellen. Dat was geen pretje geweest, dus vertelde hij er niet te veel over.

Na het eten nam Gustav de twee meisjes apart.
"Ga nu naar Ramsh," zei hij tegen ze. "Hij zal ook blij zijn jullie weer te zien. Blijf daar vannacht maar slapen, maar kom morgen weer hier. Armon zal de nacht hier doorbrengen."

Dus gingen Myrra en Aralyssia op weg naar het roverskamp. Myrra wist de weg langs de zacht glooiende rots omhoog en ze ging Aralyssia voor. De twee meisjes klommen omhoog. Na een poosje klimmen hadden ze het hoogste punt van de heuvel bereikt. Daar, boven op de top, bleven ze allebei staan en genoten van het uitzicht over het land om hun heen. De dag was erg mooi geweest, en de zon had stralend geschenen. Nu was de zon aan het dalen en de hemel was roze-oranje. Over het bos beneden was de schaduw al gevallen. Donkergroen strekte het zich voor hen uit.
"Elloara," zei Aralyssia terwijl ze om zich heen keek. "Tot voor kort was het niet meer dan een willekeurig eilandje uit mijn aardrijkskunde boeken. Maar ik heb het gevoel dat ik het nu erg goed ken."
"Ik ben nooit ergens anders geweest," zei Myrra. "Dit is mijn eiland."

De meisjes keken rond en genoten van de blik op hun eiland. Daar in het oosten lag het kamp van de rebellen. En in het zuiden kon je de velden zien, met daartussen enkele dorpjes. Het was heerlijk hier zo te staan en de rust van de avond te ervaren. Maar ze moesten verder.
"Kom, laten we gaan," zei Myrra tenslotte tegen Aralyssia.
Daar was de struik waar het geitenpaadje begon. De twee meisjes vonden het paadje en daalden af naar beneden.
De rovers waren al klaar met hun avondeten toen de Myrra en Aralyssia beneden in het kamp aankwamen. De grote kookpotten werden juist schoongemaakt. Voor de rovers die geen dienst hadden, was de vrije avond aangebroken. Sommige rovers dobbelden bij het vuur, anderen lagen in het gras te luieren, en weer anderen (de ijverigen) deden een wedstrijd boogschieten.
Ramsh, die bij het schieten stond te kijken, ontdekte de meisjes en verrast kwam hij naar ze toelopen.
"Hallo," zei hij blij tegen ze. "Jullie zijn weer terug. Is alles goed gegaan?"

Aralyssia knikte en glimlachte beleefd. Maar Myrra was erg blij de roverhoofdman weer te zien en enthousiast sprong ze hem om zijn schouders, zodat hij er van wankelde.
"Fijn dat ik weer terug ben," zei ze tegen de rover. "Hoe is het hier geweest?"
Ramsh had zich snel hersteld en zwierde Myrra in de rondte.
"We hebben je gemist, allicht," antwoordde hij tegen haar. "Ik ben blij dat jullie gezond terug zijn."
Hij zette het meisje weer op de grond.
"Kom, ga mee naar mijn grot," zei hij toen. "Daar moeten jullie me alles vertellen."

De meisjes liepen met Ramsh langs de rotswand omhoog. Ze waren nog nooit in de grot van roverhoofdman geweest, en waren erg nieuwsgierig hoe die er uit zou zien. De roverhoofdman bleek een ruime grot te hebben die niet ver van de open plek af lag, maar wel hoog genoeg om de hele plek te kunnen overzien. Binnen stonden allerlei mooie meubels, en er hingen fantastische kleden aan de wanden. Ara was er ook. Maar Ramsh vroeg haar de grot te verlaten, en toen waren ze met z'n drieën.

"Nou, dan moeten jullie me nu vertellen hoe jullie reis is gegaan," zei Ramsh toen ze zaten. "Hebben jullie het kamp van de rebellen gevonden?"
De meisjes knikten en begonnen te vertellen. Ze herhaalden het verhaal dat ze aan Gustav hadden verteld, en vertelden de roverhoofdman al hun avonturen.

Toen ze klaar waren, bleef Ramsh stil zitten. Hij keek Myrra aan en overdacht nog eens alles. Toen vroeg hij het straatmeisje:
"En wat zijn je plannen nu?"
Myrra schrok van deze vraag. Over het vervolg had ze nog niet nagedacht. Maar Ramsh had gelijk. Ze hadden nu gespioneerd. Ze wisten hoe het kamp eruit zag. Nu was het tijd voor de volgende stap. En die volgende stap was het verzamelen van mensen die hun zouden kunnen helpen de rebellen aan te vallen. Zodat ze de koning en de koningin zouden kunnen bevrijden. Maar het probleem was dat ze daarvoor eerst een aanvalsplan moesten hebben. Een plan zodat de mensen wisten wat hun te wachten stond. Zonder plan kregen ze de mensen niet mee. Maar het meisje had nog geen enkel idee!
Ramsh zag dat Myrra twijfelde.
"Denk er nog maar eens rustig over na," zei hij goedmoedig tegen haar. "Blijven jullie vannacht hier?"
Het was buiten nu helemaal donker geworden. De beide meisjes knikten.
"Maar we gaan morgen weer naar Gustav terug," antwoordde Myrra.
"OK," zei Ramsh terwijl hij knikte. "Ik denk dat ik hem morgenavond ook een bezoekje zal brengen."

Het was erg leuk om hun eigen grot weer binnen te komen. Hoe vertrouwd alles daar eruit zag! Zelfs Aralyssia voelde alsof ze thuis kwam.
En hoe heerlijk was het om weer in hun bedden te liggen! Pas nu merkten de twee meisjes dat de grond toch altijd wel hard gelegen had. Het was heerlijk om weer eens in een echt bed te slapen. Hun watervoorraad was op, dus ze konden zich niet wassen. Maar ze hadden geen zin om beneden aan de beek nieuw water te gaan halen, en dus kropen ze in hun bedden zonder zich gewassen te hebben. En ook Aralyssia vond dat niet erg. Ze bleven nog een poosje wakker en fluisterden over de tocht die nu gelukkig achter hun lag en hoe fijn hun grot hier wel niet was. Hun eigen, fijne, vertrouwde grot. Maar het duurde niet lang voordat ze stil werden en een voor een in slaap vielen.

De volgende ochtend werden Myrra en Aralyssia vroeg wakker. Ze hadden echter nog geen zin om op te staan, en fluisterden vanaf hun bedden met elkaar. Het was daar dat de eerste contouren van hun aanvalsplan ontstonden. Een plan om de koning en koningin te bevrijden en de rebellen te verslaan.


Het was maar een begin, en nog niet veel bijzonders. Maar het plan klonk wel goed. Een voor een ontwaakten de rovers in de grotten om hun heen ook en vanaf de open plek beneden klonken steeds meer stemmen op. Vanaf hun bedden luisterden de meisjes er naar. Ze konden Ara's stem horen die bevelen over het ontbijt gaf. En nog enkele andere stemmen herkenden ze. Toen besloten ze ook op te staan. Dit keer hadden ze echt water nodig, en dus gingen ze met de emmer naar de beek om vers water te halen.
Na een verfrissende wasbeurt in hun grot, kwamen de twee meisjes beneden op de open plek. Net op tijd, want daar was het ontbijt al begonnen, en de pap ging snel. Vlug bemachtigden ze hun deel en gingen toen in het gras onder de schaduw van een van de bomen zitten. De rovers die hun gisteravond nog niet hadden gezien, begroetten de twee meisjes blij en verrast. Enkele kwamen bij hun zitten en vroegen naar hun avonturen. Myrra en Aralyssia vertelden van hun tocht door het bos. De reden van hun tocht hielden ze geheim, maar wel vertelden ze van hun ontmoeting met de rebellen in het hutje langs de weg. Op hun beurt vroegen ze de rovers naar de verhalen uit het kamp, en de rovers vertelden wat zij allemaal hadden meegemaakt. Het werd zo een heel gezellig ontbijt, en Myrra en Aralyssia vonden het heerlijk dat ze weer terug waren.

Na het ontbijt gingen de rovers allemaal aan hun taak. De twee meisjes hielpen Ara nog met opruimen, maar toen dat ook gedaan was, namen ze het geitenpaadje weer naar boven om over de rots weer terug naar Gustavs hutje te gaan.


De hut was leeg toen Myrra en Aralyssia aankwamen. De twee meisjes gingen buiten voor de deur op de grond zitten, en terwijl ze op Gustav wachtten, bespraken ze daar nog eens hun plan. Myrra tekende het kamp van de rebellen in het zand. De rotsen, de zee, alles. En de meisjes bespraken het. Toen de kluizenaar na een hele lange tijd bij zijn hutje terugkwam, vond hij de twee meisjes voor zijn deur zitten, diep voorover gebogen over hun tekening in het zand.

"Hee," zei hij vriendelijk tegen ze. "Zijn jullie plannen aan het maken?"
Myrra en Aralyssia keken verrast op. Ze hadden de man niet aan horen komen. Gustav was bessen wezen plukken, en hij droeg er een mand vol van bij zich.
"Laat ik deze mand eerst even binnen zetten," zei hij. "Dan kom ik bij jullie zitten. Is dat het kamp van de rebellen dat jullie daar getekend hebben? Nou nou, jullie weten goed hoe het eruit ziet."
De kluizenaar ging met de mand zijn hutje in en even later was hij weer terug.
"Waar is Armon?" vroeg Aralyssia hem.

"Armon heb ik naar huis gestuurd," antwoordde Gustav. "We hebben hem voorlopig niet nodig, en thuis kan hij van zijn verwondingen herstellen. De rebellen zijn niet mals geweest. Zorg dat jullie niet in hun handen vallen, hoewel ik denk dat ze met jullie niet zo hardhandig zullen zijn als dat ze met Armon zijn geweest."
"Ik snap die rebellen niet," zei Myrra. "Wat is hun doel?"
"Ken je het verhaal van de koning en zijn broer niet?" vroeg Gustav haar.
"Jawel," antwoordde Myrra. "Petrol heeft het me verteld. Maar wat doet het ertoe welke koning regeert? Deze was toch niet slecht?"
"Is nog niet slecht," viel Aralyssia het meisje verontwaardigd in de reden. "Mijn vader is nog steeds koning, hoor. Ook al is hij door de rebellen ontvoerd."

Gustav zuchtte.
"Het is ook allemaal zo vreselijk opgeklopt," zei hij tegen de twee meisjes. "Natuurlijk is er geen verschil tussen de huidige koning, en zijn broer. De huidige koning doet het prima. En zo deed prins Frederik, de broer van de koning, het ook prima. Maar de rebellen denken dat hij tegen zijn zin is afgezet."
"En is hij dat?" vroeg Aralyssia. "Ik heb altijd gehoord dat hij gewoon weggelopen is. Maar waarom denken de mensen dan zo?"
Opnieuw zuchtte Gustav.
"Als prins Frederik echt zou zijn afgezet, dan zou hij nu toch wel contact met de rebellen hebben gezocht, niet?", vroeg hij aan de twee meisjes. "Als hij echt tegen zijn zin zou zijn afgezet, zou hij de rebellen nu dankbaar zijn geweest, en zou hij zichzelf tot de nieuwe koning uitgeroepen hebben. Dat hij dat niet heeft gedaan, en dat hij zelfs niet eens van zich heeft laten horen, overtuigt mij ervan dat koning Arnoud de echte koning is. En dat weten de rebellen ook wel."

"Maar, als de rebellen weten dat Frederik nooit terugkomt, waarom houden ze Aralyssia's ouders dan nog steeds gevangen?" vroeg Myrra. "Dat snap ik niet."
"De rebellen hebben andere doelen," legde Gustav uit. "Dat zeggen ze niet, want daarmee zouden ze heel wat aanhangers verliezen. Maar het is wel zo. Het land is een chaos nu. Niemand die de leiding heeft. En dat vinden de rebellen fijn. Ze kunnen plunderen zonder opgepakt te worden. Ze kunnen moorden en afpersen zonder daarvoor te worden gestraft. En dat doen ze dan ook. Geloof me, de rebellen zijn op dit moment erg rijk aan het worden."

"Maar dat is niet goed!" riep Aralyssia verschrikt uit.
"Daarom moeten jullie je taak afmaken," antwoordde Gustav. "Koning Arnoud moet terugkomen in dit land. Geloof me, het is goed wat jullie doen. We moeten dit voltooien."
"Maar, vertel me eens," ging hij toen verder. "Wat hebben jullie precies voor plan bedacht?"

De meisjes vertelden Gustav over hun plan. Gustav was erg tevreden.
"Het zit goed in elkaar," zei hij. "Ik heb maar een paar opmerkingen."
En hij gaf de meisjes zijn tips.
De tips waren goed, en Myrra en Aralyssia namen ze dankbaar aan.
"Oja, vanavond komt Ramsh langs," zei Aralyssia opeens. "Dat was ik alweer bijna vergeten."
"Dat is perfect," zei Gustav. "Dan kunnen we het plan ook nog eens met hem doornemen. Hij zal dan misschien ook nog tips hebben. Hij is een zeer ervaren man. En dan kunnen we jullie plan definitief maken en nadenken over de volgende stap."

Die avond, na het eten, kwam Ramsh inderdaad langs. Opnieuw vertelden de meisjes hun plan. Ramsh was er erg tevreden over.
"Dit is goed," zei hij goedkeurend. "Dit is goed bedacht."
"Heb je nog aanvullingen?" vroeg Gustav.
"Ja, een paar," antwoordde Ramsh. En hij vertelde zijn adviezen. De adviezen waren erg goed. Je kon merken dat de roverhoofdman erg veel ervaring had. Myrra en Aralyssia waren hem dankbaar voor zijn hulp. Wat fijn dat ze zo'n ervaren man als vriend hadden! Nu werd het plan perfect.
Dat vonden de twee mannen ook.
"Het plan is perfect," zei Gustav. "Zo moeten we het uitvoeren."
"Ja, ik ben akkoord," zei Ramsh. "Myrra kan de mensen bij elkaar gaan roepen."

"Ik alleen?" schrok Myrra op. "Aralyssia niet?" Ze had niet gedacht dat ze dit in haar eentje moest gaan doen. Maar de roverhoofdman was beslist.
"Ja, jij alleen," zei hij tegen haar. "Aralyssia valt te veel op. Bij Armon en Petrol hebben we de gok genomen. Maar in de dorpen en steden waar je heen gaat, zullen de mensen haar vast als de prinses herkennen. En dat is te gevaarlijk. Dan zijn de rebellen haar op het spoor. Nee, Aralyssia moet hier blijven. Je zult in je eentje moeten gaan."
"Ramsh heeft gelijk," zei Gustav knikkend. "Het is het beste dat je dit in je eentje doet, Myrra. Maar je kunt het wel. Daarvan ben ik overtuigd."

"Je kent toch al een paar mensen in Karandi die je zullen helpen?" vroeg hij verder.
"Ja," antwoordde Myrra en ze knikte.
"OK dan. Dan wordt dit je opdracht: Ga naar Karandi. Roep die mensen bij elkaar. Bespreek met ze je plan, maak ze enthousiast. Spreek af op welke dag je zult vertrekken. Over 14 dagen bijvoorbeeld. En vraag de mensen dan of ze jouw plan verder willen vertellen. Dan zullen de mensen voor jou mensen gaan verzamelen. En jij gaat dan ook nog mensen verzamelen. Je zult zien dat het dan lukt. Je komt met een hele grote groep mensen terug."

"En dan op die dag?" vroeg Myrra. "Die 14-de dag dus?"
"Spreek met de mensen op een veld af, buiten de stad," zei de roofhoofdman. "Vanaf daar vertrekken jullie. En dan kom je met de groep hierheen. Niet naar deze hut natuurlijk, en ook niet naar mijn open plek. Ik zal wachten uitzetten. Als je zie komen, stuur ik je een gids."
"En dan kunnen jullie beginnen."
Myrra knikte. Ze voelde dat ze een flinke taak kreeg. Mensen bij elkaar roepen, en ze hierheen brengen! Maar ze moest het doen, voor Aralyssia's vader.
Aralyssia was een beetje teleurgesteld dat zij buiten de boot viel.
"Wanneer mag ik weer meedoen?" vroeg ze.
"De gids zal Myrra en haar mannen het bos doorleiden," antwoordde de roverhoofdman. "Zodra ze in het bos zijn, kan jij je aansluiten. Tot zo lang blijf je bij mij en help je Ara. Ze zal vast blij zijn dat ze weer een hulpje heeft."
"Oh bah," zei Aralyssia hardgronding en met een rilling over haar rug. Ze kon het niet helpen dat ze dit zei. Het viel haar zomaar uit de mond. Op hetzelfde moment bedacht ze dat dit wel heel ondankbaar moest aankomen bij de roverhoofdman die toch zo veel voor haar deed. En geschrokken hield ze haar mond.
Ramsh deed maar net alsof hij het niet had gehoord.

In plaats daarvan keek hij Myrra aan.
"Gaat het je lukken?" vroeg hij haar.
Myrra knikte, toch nog een beetje onzeker. Maar in haar hoofd borrelde al een plannetje. "Ik ga eerst naar Albert toe," zei ze tegen Ramsh. "Hij is een goede vriend van me. Hij zal me helpen."
"Dat is goed," zei Gustav al knikkend. "Ik denk trouwens dat je beter niet te veel mee kunt nemen. Ga als zwervertje, net zoals je vroeger was. Dat lukt je wel, niet? Zo zul je het beste de harten van de mensen kunnen winnen."
"Een mes lijkt me wel handig," merkte Ramsh op. "Dan kan het meisje zich verdedigen als ze aangevallen wordt. De rebellen zullen vast ook in Karandi zitten."
"Ja, oh ja," zei Gustav meteen. "Een mes is goed. Maar geen paard of mooie kleren, of zo. Probeer zo onopvallend, maar ook zo toegankelijk mogelijk te zijn. Toegankelijk voor de mensen daar, begrijp je? Alleen zo kun je ze voor je winnen."
Myrra knikte. "Ja, ik snap het," zei ze.

Zo vertrok Myrra de volgende dag te voet vanaf de hut van Gustav. De kluizenaar leidde haar door het bos naar de weg die haar uit het bos zou leiden.
"Kijk, dat is hem," zei hij toen ze de weg hadden bereikt. "Nu kun je in je eentje verder."
De man omhelsde het meisje hartelijk.
"Heel veel succes," wenste hij haar toe. "Wees voorzichtig, maar niet bang. Het gaat je lukken, dat weet ik zeker."
Myrra knikte. Nog steeds voelde ze zich alsof ze een te grote taak had gekregen. Ze was er nog steeds niet zeker van dat ze zou slagen.
"Ik ga in ieder geval mijn best doen," zei ze.
"Het lukt je," zei de kluizenaar beslist. "Over twee weken ben je hier en dan sta je aan het hoofd van een heel groot leger."
Dat kon Myrra niet echt geloven. Aan het hoofd van een groot leger staan? Zij? En zou zij dan al die mensen bij elkaar hebben gebracht? Maar toch, dat was wel haar opdracht. Ze hoopte dat ze succes zou hebben, dat de mensen haar zouden volgen, en dat ze inderdaad met een groot leger zou terugkomen. Alleen zo zou ze Aralyssia's ouders kunnen bevrijden. Het meisje slikte. Ze was er echt niet zeker van dat het haar zou lukken. Maar ja, ze zou het gewoon proberen.
Myrra omhelsde de kluizenaar nog eens en toen liep ze de weg op. Haar zoektocht naar mensen was begonnen.


Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 18:
Op pad om mensen te verzamelen

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny