Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: Weer terug op Kirrin.
Hoofdstuk 2: Een onverwachte wending.
Hoofdstuk 3: Op weg naar het donkere bos.
Hoofdstuk 4: Vreemde dingen.
Hoofdstuk 5: Bram en Eleor.
Hoofdstuk 6: Gebeurtenissen in de nacht.
Hoofdstuk 7: Er gebeurt een boel rond 'Zonnehoven'!
Hoofdstuk 8: In het grote huis.
Hoofdstuk 9: Onderdanen van Bram!
Hoofdstuk 10: Een spectaculaire ontsnapping.
Hoofdstuk 11: Waar is iedereen?
Hoofdstuk 12: Weerzien op het politie-bureau.
Hoofdstuk 13: De ontknoping van alle gebeurtenissen.
Hoofdstuk 14: Het einde
Hoofdstuk 14: Het einde
Antonio werd beter. Heel langzaam knapte hij op van de verschrikkelijke ziektes waaraan hij allemaal had geleden. De kinderen en ook Bram zochten hem regelmatig op in het ziekenhuis. Antonio was blij met hun komst. Vooral was hij blij Bram te zien. Het ging goed met de jongen. Hij had het naar zijn zin bij de dierenarts die goed voor hem zorgde. Regelmatig ging hij met de 'De Vijf' mee, en hij vond het erg leuk om met deze 'grote kinderen' op te trekken. De poot van Eleor was helemaal genezen. Ze liep weer net zo goed als voor het ongeluk. Zij en Timmy waren de grootste vriendjes geworden. Ze stoeiden veel met elkaar, maar allebei keken ze wel uit dat ze elkaar niet opnieuw zouden verwonden! De twee honden hadden van het ongeluk geleerd.
De dag brak aan dat de oom en tante, bij wie Bram voortaan zou wonen, hem kwamen ophalen. De jongen had deze oom en tante nog nooit eerder ontmoet. Hij kende ze dus ook niet. Hij was daarom heel erg zenuwachtig.
"Stel dat ze net zo zullen zijn, als mijn oom?," vroeg hij. "Stel dat ze net zo gemeen zullen zijn? Liever bleef ik bij jou, Rob."
De dierenarts heette Rob, en hij had de kinderen gezegd dat ze hem ook zo mochten noemen. Hij reed hen nu in zijn auto naar het vliegveld waar het vliegtuig van Bram's oom en tante zou landen.
Hij glimlachte.
"Ik zal altijd je vriend zijn," stelde hij de jongen gerust. "En je kunt altijd bij me langskomen. Maar ik denk niet dat je oom en tante gemeen zullen zijn. Op de foto die we hebben gekregen, zagen ze er heel vriendelijk uit."
"Waarom heeft het zo lang geduurd, voordat ze kwamen?," vroeg Annie. "Het is alweer twee weken geleden dat we het avontuur hebben beleefd."
"Het wachten was op Antonio," legde de dierenarts aan de kinderen uit.
"Antonio moest eerst het een en ander bevestigen. Hij is namelijk de vertrouweling van de voormalige koning geweest en kent als geen ander de geheimen van de familie. En dat zijn er nogal wat, schijnt het."
"Dus, dus als Antonio was gestorven, had Bram nooit bij zijn oom en tante kunnen wonen?," vroeg George ongelovig.
"Als Antonio was gestorven, waren een heleboel geheimen mee zijn graf ingegaan," bevestigde de dierenarts. "Het is maar goed dat hij het heeft gered. Nu heeft Bram kans op te groeien binnen een normaal gezin in het land waar hij vandaan komt."
Gelukkig voor Bram waren zijn oom en tante heel erg aardig. Heel anders dan de oom die hij hiervoor had gehad. Ze hadden een modelvliegtuigje voor hem meegenomen, er daarom alleen al mocht Bram hen meteen.
Ze dronken met zijn allen thee in het restaurant van het vliegveld. Bram's oom en tante vertelden dat Jemistan in schok was geweest door de verdwijning van Antonio en het getouwtrek dat daarna over de opvolging van de oude koning was ontstaan. Nog wisten de mensen daar niet dat alles nu afgelopen was. Binnenlandse zaken had eerst een paar dingen willen veilig stellen en met Antonio willen praten. Maar dat was nu gebeurd, en spoedig zou het volk van Jemistan worden ingelicht.
"En reken maar dat jullie dan bekend worden," waarschuwde de man de kinderen. "Iedereen wil dan het verhaal van 'onze redders' horen."
Onze redders! De Vijf voelde zich trots toen ze dit hoorden. Maar ze vonden het ook wel wat overdreven. Zo veel hadden ze nou toch ook weer niet gedaan.
Na de thee ging het met een gehuurde auto en met de auto van de dierenarts naar het ziekenhuis waar Antonio lag, om hem te bezoeken. Antonio zat in een aparte kamer. Hij kon al weer af en toe op. De goede man was blij iedereen te zien, en groette speciaal Bram's oom en tante.
Bram's tante had tranen in haar ogen toen ze Antonio begroette.
"Antonio," zei ze hartelijk. "Ik weet niet wat we zonder jou hadden moeten beginnen."
Bram's oom en tante spraken nog even apart met Antonio terwijl de dierenarts en de kinderen buiten op de gang wachtten.
Terwijl ze daar zo zaten te wachten vroeg de dierenarts aan Bram hoe hij zijn oom en tante vond.
"Vallen ze een beetje mee?" vroeg hij.
De jongen gaf geen antwoord en knikte alleen maar. Hij was druk aan het spelen met het vliegtuig dat hij van hun gekregen had.
"Zoem zoem. Dit is het hofvliegtuig van Jemistan. Het vraagt toestemming om te landen op Rob's hoofd."
De dierenarts schudde met zijn hoofd.
"Gekkerd," lachte hij. Maar toch kon hij niet voorkomen dat het vliegtuig even later toch op zijn hoofd landde.
"Ze zijn ook hartelijk tegen Eleor," merkte Annie op. "Zelfs Tim vond hun aardig."
"Ja, dat heb ik ook gezien," antwoordde de dierenarts. "Ik denk dat Bram boft dat hij bij hun gaat wonen."
Het gesprek bij Antonio in de kamer was afgelopen, en de kinderen en de dierenarts werden weer binnen gelaten. Opnieuw werd hun thee gebracht. Een heel uitgebreide thee. De kinderen werden stil toen ze alle heerlijkheden zagen die voor hun klaar werden gezet. Lieve help, nog een thee? Het was nog niet zo lang geleden dat ze op het vliegveld ook thee gedronken hadden. Ze begonnen er beleefd aan. Maar toen merkten ze dat ze toch al weer honger hadden, en ook hier ging alles schoon op.
Veel te snel vloog de tijd voorbij. Bram's oom en tante zouden met Bram in een hotel slapen, vlakbij het ziekenhuis van Antonio. De dierenarts nam afscheid van de jongen.
"Dag jongen," zei hij. "We zullen elkaar de komende dagen nog wel zien, maar toch alvast het allerbeste. En je weet het, he? Als er wat is, kun je altijd bij me terecht."
Hij gaf de vrouw en de man uit Jemistan een hand. Die bedankten hem voor de zorg die hij Bram de afgelopen dagen had gegeven.
Ook de kinderen kregen een hand.
"Kijk uit met de pers," waarschuwde de man hun. "Binnen een paar dagen barst het echt los. Geniet nog even van je rust."
En of het losbarstte! Toen de chef van de binnenlandse zaken van Jemistan eindelijk toestemming gaf om het verhaal naar buiten te brengen, was er geen houden meer aan! Spoedig vonden de journalisten de weg naar 'Sterrehoven'. En het werd er erg druk. George's moeder had moeite alle mannen buiten de deur te houden. Ze mopperde flink.
"Ik heb hier een zieke man boven!" zei ze tegen de zoveelste man die het gewaagd had bij haar aan te bellen. "Laat ons alstublieft met rust!"
De journalisten waren werkelijk overal! Ze drongen zelfs binnen de hekken rondom 'Zonnehoven', en maakten overal foto's van. De meeste journalisten waren van Jemistan, maar het verhaal ging de hele wereld over, en ook de Engelse kranten besteedden aandacht aan hun avontuur.
De vier kinderen voelden zich erg beroemd.
Ze werden nog trotser toen ze op een dag door Bram en zijn oom en tante werden opgehaald om een interview te geven.
Het interview werd in de grote stad gehouden. Tot hun verrassing zagen de kinderen dat de politiechef van het dorpsbureautje er ook was. En ook de man die achter de balie had gestaan! De politie-chef was ontzettend trots. Hij had een Grote Zaak opgelost, en deed erg gewichtig, maar hij was wel vriendelijk. De kinderen waren ook zenuwachtig. Zeker toen ze al die mensen met hun schrijfblokjes voor zich zagen. Mensen die elke keer als ze wat zeiden in hun schrijfblokjes doken om alles op te schrijven.
De kinderen vertelden voor de mensen nog eens opnieuw hun avontuur. Hoe ze Bram hadden ontmoet. Hoe Eleor gewond was geraakt. En hoe George 's nachts had ontdekt dat Timmy werd meegenomen. Hoe de andere kinderen haar later achterna waren gegaan. Hoe ze bij het huis gevangen waren genomen. Hoe ze hadden geprobeerd te ontsnappen en hoe ze toen toch weer gevangen waren genomen. Het vieze, donkere keldertje waarin Antonio zat. Hun ontsnapping. En toen de spectaculaire actie van Dick om de helicopter te laten neerstorten.
De twee honden waren ook bij het interview aanwezig en ze stalen de show. Iedereen was verbaasd hoe zo twee verschillende honden zo veel op elkaar konden lijken.
"Woef!," blafte Timmy als antwoord. En dat was natuurlijk het enige goede antwoord dat je op zo'n vraag kon geven. Het was gewoon zo, en niet anders.
De volgende dag stond het interview in alle kranten. De Vijf bewaarde de kranten zorgvuldig. Ze waren benieuwd wat de kinderen op school zouden zeggen. Vast zouden ze jaloers zijn! Ze hadden het weer gedaan: ze hadden weer een avontuur beleefd!
De dag kwam dat Bram met zijn oom en tante terug naar Jemistan zou vliegen. Opnieuw reed de dierenarts hun naar het vliegveld.
Bram was wat bedrukt toen hij afscheid nam. Hij vond het niet leuk om iedereen achter te laten. Liever was hij bij de kinderen in Engeland gebleven.
"Kom op," sprak de dierenarts hem moed in. "Ik heb gehoord dat Jemistan een erg leuk land is, waar het weer een stuk beter is dan hier. Kijk, het gaat hier alweer regenen. In Jemistan schijnt bijna altijd de zon. Je zult het er vast naar je zin hebben."
"Kom je me een keer opzoeken?," vroeg Bram aan de dierenarts.
"Dat zal ik doen," beloofde de dierenarts. "Schrijf me hoe het je er hebt."
Antonion ging met hetzelfde vliegtuig mee terug. Het was dan ook geen normaal vliegtuig, maar een vliegtuig dat de regering speciaal voor hen had laten komen. Vier stond de vlag van Jemistan op de staart van het toestel afgebeeld.
Antonio was erg vrolijk. Hij was al zover opgeknapt dat hij al weer een beetje voorzichtig kon rondlopen. Er was speciaal een dokter uit Jemistan overgekomen die hem op de vlucht zou begeleiden, maar de goede man voelde zich alsof hij die niet nodig zou hebben.
"Eindelijk zie ik mijn vaderland weer," zei hij enthousiast tegen de kinderen. "Ik ben zo blij. Ik heb er zo vaak naar verlangd. En nu mag ik dan eindelijk terug."
Toen iedereen afscheid had genomen, gingen de reizigers het vliegtuig binnen. Nog een keer werd er gezwaaid. Toen verdwenen Bram, Eleor, Antonio en Bram's oom en tante naar binnen.
De kinderen keken hoe de vliegtuig de baan optaxiede. Hij verdween uit het zicht, maar in verte konden ze de brullende motoren horen waarmee het vliegtuig snelheid maakte.
"Daar is het!," wees Dick toen het vliegtuig opsteeg in de lucht. En ja, daar zagen de kinderen het vliegtuig voorbij vliegen. Hoger klom het, steeds hoger. Tot het in de wolken prikte waaruit de regen kwam, en daarin verdween.
Drie dagen later bezorgde postbode een kaart op 'Sterrehoven'. Het was een kaart van Bram. Een zonnige kaart, waarop verschillende mooie gebouwen van de stad Bartinia waren afgebeeld. De kinderen lazen de kaart.
"We zijn goed aangekomen," stond er op de kaart. "De mensen hier zijn erg aardig. De zon schijnt. Ik ben al goed bruin. Ook Antonio maakt het goed. De groeten van hem, van mij en ook van Eleor."
De kinderen keken naar buiten waar het op dat moment weer erg bewolkt was. Het bos zag er in deze donkerte geheimzinnig uit. Alsof het een geheim verborg.
"Misschien nog wel meer geheimen dan die van het verlaten huis," zei George plotseling. "Kom op! Laten we een wandeling maken."