** De prinses en het meisje van de straat - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: De aankomst van de koning
Hoofdstuk 2: Een brutale poging
Hoofdstuk 3: In het paleis
Hoofdstuk 4: Verraad in de nacht
Hoofdstuk 5: Ontsnapt! Maar weer gevangen genomen.
Hoofdstuk 6: Bij de rovers
Hoofdstuk 7: De kluizenaar
Hoofdstuk 8: Gescheiden van Aralyssia!
Hoofdstuk 9: Bij de heer Vanark, en het begin van een plan!
Hoofdstuk 10: Een schrik voor Myrra
Hoofdstuk 11: Weer terug bij de rovers: een tijd van leren
Hoofdstuk 12: Het gaat beginnen!
Hoofdstuk 13: Op stap met Petrol
Hoofdstuk 14: Gebeurtenissen in het bos
Hoofdstuk 15: Spionageplannen
Hoofdstuk 16: Spioneren bij de rebellen
Hoofdstuk 17: Terug bij de rovers: plannen smeden
Hoofdstuk 18: Op pad om mensen te verzamelen
Hoofdstuk 19: Gevaar in Karandi
Hoofdstuk 20: Myrra's leger
Hoofdstuk 21: Een speciale nacht in het bos
Hoofdstuk 22: Een spion in hun midden!
Hoofdstuk 23: Voorbereidingen
Hoofdstuk 24: De veldslag
Hoofdstuk 25: Weer op weg, een nieuwe aanval, en eindelijk Petrol!
Hoofdstuk 26: De bevrijding van de koning
Hoofdstuk 27: Het geheim van Gustav
Hoofdstuk 0: Voorstukje


Hoofdstuk 11: Weer terug bij de rovers: een tijd van leren


Toen de meisjes hadden gegeten, voelden ze zich allebei erg moe. Dat was ook geen wonder: Aralyssia was nog niet sterk, en Myrra had een enerverende dag gehad.
"Gaan jullie maar slapen," zei Gustav. De kluizenaar stond op en trok zijn jas aan.
"Waar ga jij heen?" vroeg Myrra.
"Ik ga naar Ramsh," antwoordde Gustav. "Hij moet weten dat je hier bent, hoewel hij dat wel zal vermoeden. En ik ga jullie opleiding met hem bespreken. Ik ben over een uurtje terug. Probeer te slapen."
De man knikte de twee meisjes bemoedigend toe. Toen was hij de deur uit.

"Wie is hij?" vroeg Aralyssia aan Myrra toen Gustav was verdwenen.
"Wie? Gustav?" vroeg Myrra. "Gustav is een kluizenaar. Ik ontmoette hem een poosje geleden. Ik mag hem."
Aralyssia antwoordde niet.
"Hoe ben jij hier gekomen?" vroeg Myrra op haar beurt. "Ik schrok enorm toen ik je niet meer in onze grot zag."
"Onze grot," herhaalde Aralyssia afwezig. Ze herinnerde zich de grot waarin ze een paar maal wakker geworden was. "Onze grot. Is dat met Eldo?" Ze herinnerde zich de roversarts.
"Ja!" zei Myrra verheugd. "Ja, Eldo is de dokter van de rovers. Heb je hem ontmoet?"
Het meisje wachtte niet op antwoord. Ze praatte door.
"Ik heb ze niet eens allemaal begroet," zei ze spijtig. "Alle rovers. Ik ben gewoon weggerend."

Aralyssia haalde haar schouders op.
"Wat zou dat?" vroeg ze. "Je ziet ze toch snel weer. We gaan les van ze krijgen, weet je nog?"
Maar Myrra hoorde de prinses niet. Ze was nog steeds in haar mijmeringen over de rovers.

"Weet je?" zei ze tegen de prinses. "Ik heb nooit echt een thuis gehad. Straatkind dat ik ben, was ik overal thuis. Maar toen ik vanmiddag naar het roversnest terug ging, voelde het alsof ik naar huis ging. Naar huis! Voor het eerst in mijn leven wist ik hoe dat voelde. En het was fijn zo'n gevoel te hebben. Een plek waar je thuis hoort. Waar ze je opwachten."
"Waar ben je geweest?" vroeg Aralyssia.
Myrra schudde met haar hoofd.
"Ik moest een oude man helpen," antwoordde ze vlak. "Een heel nare man. Ik ben blij dat ik terug ben."
"Waarom moest je die man helpen?" vroeg Aralyssia.
"Ramsh wilde dat," antwoordde Myrra. "Maar nu ben ik weer hier. En we gaan een spannende tijd tegemoet! Al die dingen die we gaan leren! Paardrijden, en schieten, enzo. Goh, wat zal ik knap worden!"
Maar Aralyssia schudde afkeurend met haar hoofd.
"Jij liever dan ik," vond ze.

Myrra keek de prinses hoofdschuddend aan. "Het gaat leuk worden," zei ze tegen het meisje. "Heus."

De twee meisjes praatten nog even door, maar ze waren allebei erg moe, en dus hielden ze er na een poosje mee op. Ze wensten elkaar goedenacht en toen werden ze stil. Toen Gustav een uurtje later van de rovers terugkwam, vond hij de twee meisjes diep in slaap.
Teder keek de man op de slapende meisjes neer. Hij pakte een deken en legde dat over Myrra die op de grond bij het vuur in slaap was gevallen. Toen pakte hij het meisje met deken en al op en legde haar in zijn bed. Vervolgens legde hij Aralyssia er met haar deken naast. Toen ging hij in zijn stoel zitten.
Buiten was het donker geworden. Een maan was opgekomen. De maanstralen priemden door het glas van het raampje en schenen de sobere hut in die daar eenzaam in het bos stond. Het schijnsel verlichtten de twee slapende meisjes, en de man die dommelend in zijn stoel zat.

De volgende ochtend was Gustav gebroken. Hij was niet gewend in een stoel te slapen. Maar de twee meisjes waren heerlijk uitgerust. Ook Aralyssia was uitgerust. Met de dag namen haar krachten toe.
"Wat zei Ramsh?" vroeg Myrra direct toen ze zag dat de kluizenaar ook wakker was.
Gustav glimlachte naar het nieuwsgierige meisje op zijn bed.
"Ramsh vind het goed," antwoordde hij. "Hij zal jullie persoonlijk opleiden. Hij was wel wat boos dat je zomaar weggelopen was, jonge dame. Dat moet je niet meer doen."
Maar Myrra hoorde deze laatste zinnen niet. Blij sprong ze van Gustavs bed op de grond.
"Ik word een krijger, ik word een krijger!" zong ze terwijl ze met een gek dansje door het hutje danste. "Ik ga de koning bevrijden. En dat zal me lukken ook, want er is straks niemand die tegen me opkan."
Het meisje maakte een grappige buiging voor Gustav en Aralyssia.
"Mag ik u voorstellen, Myrra de grote krijger, de onverslaanbare woesteling waarvoor alle vijanden sidderen," zei ze plechtig.
Gustav en de prinses moesten allebei lachen om die uitgelaten Myrra.


"Ga jij eerst maar goed oefenen," was Gustavs droge commentaar. "En zorg ervoor dat je Ramsh niet meer ongehoorzaam bent."
"Dat zal ik niet meer zijn," beloofde Myrra direct terwijl ze met haar hoofd schudde. "Ik was boos gisteren, maar nu niet meer. Alles is nu goed."
Blij keek het meisje naar Aralyssia die nog op Gustavs bed zat.
"Ben je ook niet blij?" vroeg ze aan de prinses.
Maar Aralyssia was lang niet zo blij als Myrra. In feite zag de prinses tegen de hele opleiding op. Ze kon zich niet voorstellen dat zij moest gaan vechten, en de gedachte dat ze een woeste krijger zou worden, zoals Myrra zo mooi zong, vervulde haar met afschuw.
Voorzichtig kwam ze van haar bed af. Ze zocht naar haar schoenen, maar die had ze nog aan haar voeten, ontdekte ze.
"Kan ik me hier ergens wassen?" vroeg ze aan Gustav.


"Achter dit huis loopt een beekje," antwoordde Gustav. "Daar kun je je wassen. Myrra, ga even met haar mee, en wijs haar hoe wij dat hier doen."
Myrra knikte en nam Aralyssia mee naar buiten.
Achter het hutje van de kluizenaar liep het beekje dat halverwege de heuvel bij de grote eik ontsprong. Het water danste vrolijk over de keien en was helder en fris. Myrra knielde neer, en liet de prinses zien hoe zij zich altijd waste.
"Is dat alles?" vroeg Aralyssia teleurgesteld toen ze Myrra zo bezig zag. "Ik voel me vreselijk vies. Ik zou graag helemaal in het water willen."
"Het water is veel te koud," antwoordde Myrra. "Ik zou het nu niet doen. Maar misschien later op de dag, als de zon warmer is. Maar dan nog zal het koud zijn, hoor! Nee, dit is alles wat je kunt doen."
"Jammer," vond Aralyssia. Maar de prinses hield zich in, en waste zich zoals Myrra het had voorgedaan. Het water was koud, en beet in haar gezicht, maar het meisje merkte dat je er daarna wel lekker van ging gloeien.
Opgefrist kwamen de twee meisjes even later de hut van de kluizenaar weer binnen.

"Ik denk dat jullie nu het beste terug naar de rovers kunnen gaan," zei Gustav toen ze binnenkwamen. "Ramsh vertelde me dat hij jullie het liefst aan het ontbijt terug had, zodat hij zijn rovers van het plan kon vertellen. Ga dus maar voordat jullie te laat komen."

En dus namen Aralyssia en Myrra afscheid van de kluizenaar en klommen de heuvel op waar aan de andere kant het kamp van de rovers lag. Myrra hielp Aralyssia die het pad op sommige plekken wel erg moeilijk vond.

Ze kwamen aan de top en keken aan de andere kant van de heuvel omlaag, het kamp van de rovers in.
"Daar is het," wees Myrra trots. "Daar wonen de rovers. Zie je die rookpluim? Dat is het kookvuur. Ik wed dat de pap er staat te koken! Volgens mij zie ik Ara daar ook bij het vuur staan. Ara is de vrouw van de roverhoofdman."
"Zijn rovers eigenlijk niet slechte mensen?" vroeg de prinses ineens. "Ik bedoel, ik herinner me dat mijn vader ze bestreed toen hij aan de macht was. 'Ik wil geen rovers in mijn rijk,' zei hij altijd. 'Ze stelen van de reizigers en leggen zo de handel tussen gebieden stil.' En nu ga ik, zijn dochter, bij hen wonen?"
"Tja," zei Myrra. Ze wist niet wat ze daarop moest antwoorden.

Als je er over nadacht waren rovers ook wel oneerlijke mensen, en ze maakten de bossen onveilig. Maar deze rovers kende ze, en het waren aardige mannen. En het was haar thuis!
"Hoe kan een prinses nou bij rovers wonen?" zei Aralyssia nog eens. "Mijn vader zal boos op me zijn."
"Ik denk dat je nu geen andere keus hebt," antwoordde Myrra na een poos nadenken. "Net zoals we geen andere keus hadden toen we hier kwamen. En ze zijn zo slecht nog niet. Niet voor ons tenminste. En bedenk dat je je vader wilt bevrijden. Je doet dit voor je vader. Dan zal hij het je wel vergeven, denk ik."
Myrra werd weer stil en staarde voor zich uit, het dal van de rovers in. Toen zei ze:
"Kom, laten we naar beneden gaan. Ik heb het idee dat het ontbijt al begonnen is. We zijn weer te laat."

Het ontbijt was inderdaad al aan de gang toen de twee meisjes beneden in het kamp aankwamen. Maar toch werden ze hartelijk ontvangen.
Ramsh, de roverhoofdman stelde Aralyssia aan de overige rovers voor, want zij kenden de prinses nog niet, en hij vertelde welk plan hij met de twee meisjes had.
Myrra was dolblij iedereen weer te zien. Ze begroette de mannen enthousiast en ging van groepje naar groepje. Ze sleepte Aralyssia met haar mee.
Ara begon zoals gewoonlijk weer te kijven zodra ze de twee meisjes zag.
"Jullie zijn te laat voor de pap!" zei ze vinnig. "De pan is al leeg."
Maar de roversvrouw zorgde er ook voor dat de meisjes een ander ontbijt kregen. Heerlijke koeken, die eigenlijk voor het middagmaal waren gebakken.

Na het ontbijt nam Ramsh de meisjes apart.
"Jullie kunnen beter eerst andere kleren aantrekken," zei hij tegen ze. "Die jurken die jullie nu dragen, zullen je alleen maar in de weg zitten."
Myrra keek naar haarzelf en naar Aralyssia. Inderdaad droegen de twee meisjes allebei een jurk. Myrra een lichtblauwe die ze bij de heer Vanark had gedragen, en die ze nog niet had uitgetrokken. En Aralyssia een bordeauxrode jurk met mosterdgele accenten die Myrra haar eens had gegeven. Nee, in deze jurken konden de meisjes niet vechten.
Ramsh riep een van de rovers.
"Micha! Neem deze twee jongedames mee, en geef ze kleren waarin ze zich goed kunnen bewegen. Een tuniek en een broek."
"In orde baas!" zei Micha beleefd.
De rover nam de twee meisjes mee naar de voorraadgrot, en liet ze zien welke kleren ze daar hadden. Dat was heel wat, want de rovers hadden door de tijd heen flink wat verzameld. De man zocht door de stapels kleren en haalde toen voor ieder een broek en een warme tuniek tevoorschijn. Die moesten de meisjes aantrekken.

Bij Myrra was het gelijk goed, maar Aralyssia vond de kleren niet lekker zitten.
"Ze kriebelen!" zei de prinses geërgerd terwijl ze met haar rug draaide. "Wat is dit voor afschuwelijke stof?"
"Dat kriebelen komt omdat de kleren nieuw zijn," antwoordde Myrra hulpvaardig. "Dat wordt vanzelf beter. Echt."
Micha was het met Myrra eens.
"Houd de kleren maar eens de hele dag aan vandaag," zei hij tegen Aralyssia. "Als ze vanavond nog kriebelen, kom dan maar weer bij me terug. Dan zoeken we wat anders voor je."
Met een vervelend gevoel ging de prinses met Myrra terug naar het veld. De kleren kriebelden haar echt, en bovendien vond ze het niets om in een broek te lopen.
Op het veld stond Ramsh de twee meisjes al op te wachten. In zijn handen had de roverhoofdman de teugels van twee paarden. Aralyssia herkende de dieren meteen.
"Dat zijn Bella en Damon!" riep de prinses verbaasd uit. "Onze paarden! Hoe kom je aan ze?"

Ramsh glimlachte haar vriendelijk toe. "Op deze beestjes reden jullie toen we jullie vonden," antwoordde hij. "Het zijn prachtige dieren, en heel geschikt voor het bos."
"We beginnen vandaag met paardrijles," ging hij verder. "Volgens mij weet jij al wat van paardrijden, niet waar Lyssa? Maar pas goed op, want je zult van mij niet het deftige rijden leren dat je al kent. Wanneer je met je paard in gevecht bent, zul je alles van het dier moeten vragen, en dan moet je meer kunnen dan er alleen keurig op kunnen rijden."
"Vandaag is dus voor jou makkelijk," ging hij tegen de prinses verder. "Vandaag hoeft alleen Myrra hard te werken. Maar we gaan spoedig verder. Dan ga jij ook een boel leren."

Die ochtend was het voor Aralyssia een makkie, maar Myrra had het zwaar. Ramsh' leertempo lag hoog, en het meisje kreeg veel te verwerken. Maar Myrra was nieuwsgierig en wilde graag leren. Dus mopperde ze niet, maar probeerde zo veel mogelijk na te doen wat de roverhoofdman haar leerde.

Maar ze was gebroken toen het tijd was voor de lunch. De rovers die rondom het nest aan het werk waren geweest, kwamen terug en stroomden de open plek op om te gaan eten. Sommige van hen kwamen bij de twee meisjes kijken. Ze waren nieuwsgierig naar wat Ramsh met ze deed. Het streelde de roverhoofdman dat zijn mannen zo nieuwsgierig waren. Opeens kreeg hij een idee.
"Hey," zei hij tegen een paar van zijn mannen. "Jullie kunnen deze lessen ook goed gebruiken, denk ik zo. Kom er na het eten maar bij. We gaan dan boogschieten. Dan leer ik jullie hoe het echt moet."
Daar kwam ook Ara aan over het gras
"Ramsh," zei ze tegen haar man, "kun je de meisjes nu met rust laten? Ik heb ze nodig om me bij het uitdelen van het eten helpen."
Ramsh knikte glimlachend naar zijn vrouw en pakte de teugels van de paarden.
"Het is goed," antwoordde hij. "Neem ze maar mee, schat. Maar laat ze niet te hard rennen. Ze hebben een zware ochtend gehad."



Nou, en een zware ochtend was het geweest! Myrra voelde zich erg moe toen ze bij het eten eindelijk kon gaan zitten. De middag werd gelukkig een stuk lichter. Ze gingen boogschieten. Maar er werd nog niet veel geschoten. Ramsh vertelde hoe je moest staan, hoe je de boog moest vasthouden, en hoe je een pijl moest aanleggen. En daar oefenden ze mee. Ze stonden, ze hielden de boog vast, en legden de pijl op. Maar schieten mochten ze nog niet.
"Nee, dat doen we later," besloot Ramsh.
Samen met de twee meisjes oefenden nog tien rovers. Het waren grote mannen, die in hun leven al heel wat pijlen afgeschoten hadden. Maar tot nu toe hadden ze dat altijd op hun eigen manier gedaan. De roverhoofdman legde ze nu uit hoe het eigenlijk moest, en probeerde hun techniek te verbeteren. Maar dat ging maar moeilijk. De rovers waren zo aan hun eigen manier van schieten gewend geraakt, dat het moeilijk was dat te veranderen. Toch deden ze hun best. En Ramsh was tevreden over ze.

De eerste dag duurde erg lang, en toen Myrra en Aralyssia 's avonds naar hun grot terug gingen, waren ze erg moe. Myrra zag de grot nu pas voor het eerst goed en wel terug na haar uitstap naar de heer Vanark. Met tevredenheid constateerde het meisje dat er niet veel veranderd was.
Trots liet ze hem de prinses zien.
"Dit is onze grot," vertelde ze. "Hoe vind je hem?"
Aralyssia was in de grot maar een paar keer wakker geworden, en ze herkende er niet veel van. Een beetje afkeurend keek ze rond. Ze snapte niet goed wat Myrra fijn aan deze ruimte vond. Een koud en vochtig hol was het! Maar alles was hier anders dan ze gewend was, en het meisje probeerde de grot door Myrra's ogen te zien.
"Mooie meubels," zei ze prijzend, terwijl ze het dressoir, de klerenkast en het bed bekeek.
Myrra knikte.
"Ja, hè?" antwoordde ze trots. Die heb ik van Ramsh gekregen voor het werk dat ik hier gedaan heb.

Aralyssia keek het meisje niet-begrijpend aan.
"Welk werk?" vroeg ze.
Myrra haalde haar schouders op.
"Nou ja," antwoordde ze. "Ara helpen. En allerlei karweitjes."
De prinses keek de grot nog eens rond.
"Hoe lang ben je hier al?" vroeg ze.
"Al een hele tijd," antwoordde Myrra. "En jij ook."
"Heb ik al die tijd geslapen?" vroeg Aralyssia verbaasd.
"Ja," antwoordde Myrra. "Ik ben blij dat je weer wakker bent. Hoe zitten je kleren trouwens? Kriebelen ze nog?"
"Niet meer," antwoordde Aralyssia. En er kwam een glimlach over haar gezicht. "Gelukkig niet meer. Ik was eigenlijk wel blij dat ik ze vandaag aanhad. Nu hoefde ik nergens op te letten."
Myrra lachte de prinses opgewekt toe.
"Je wordt nog eens een echte krijger," zei ze blij.
Aralyssia wist niet of ze dit nou leuk moest vinden.

Er verstreken enkele maanden. Maanden waarin de meisjes heel veel oefenden. Ramsh hield zich aan zijn belofte om de meisjes zelf op te leiden, en hij was elke dag met ze bezig. De meisjes leerden paardrijden, boogschieten, zwaardvechten, worstelen, vechten, klimmen, sluipen. Maar ook zwemmen. En tot grote blijdschap van Myrra en de prinses kwam Gustav op een dag naar het kamp en nam de meisjes mee het bos in om ze daar van alles over de natuur te leren.
Dat waren de meest interessante lessen. Gustav wist heel veel van de natuur. Geen wonder ook, hij leefde ervan! Hij leerde de meisjes welke noten en vruchten eetbaar waren, en wat de verschillende sporen betekenden. Maar ook hoe ze aan de hand van de zon en de sterren hun koers konden bepalen. Dit waren voor Aralyssia de meest interessante lessen.
Het was al snel gebleken dat Aralyssia geen aanleg voor sport had. Het meisje deed altijd braaf mee, maar in lichamelijk activiteiten was Myrra de prinses altijd ruimschoots de baas.

Maar Aralyssia was nauwkeurig, en wanneer het op precisie en geduld aankwam, zoals met de sterren, dan was zij Myrra de baas. Zo vulden de twee meisjes elkaar goed aan.

De tijd verstreek, en Myrra en Aralyssia hoorden niets van de wereld buiten het kamp. Geen nieuws in ieder geval. Zo ver iedereen wist, zat de koning nog steeds ergens gevangen, en ook was er nog geen actie ondernomen om hem te bevrijden.
"Waarom doet niemand iets?" vroeg Aralyssia wel eens ongeduldig aan Myrra. "Waarom komen mijn vaders soldaten hem niet te hulp? Die zijn er toch om hem te redden? Waarvoor betaalt hij ze anders?"

Maar daar kon niemand antwoord op geven. Ja, het was vreemd dat er niets gebeurde. Hier niet, maar ook vanuit de hoofdstad niet. Maar wat de rovers niet wisten, was dat de hoofdstad in verwarring was. Er waren daar de laatste tijd zo veel onlusten geweest, dat niemand echt partij durfde te kiezen. Niet voor de koning, maar ook niet voor de rebellen. En dus werd er niet gekozen.
De rebellen wachtten op de voltooiing van hun werk: de terugkomst van Frederik, de eigenlijke koning en de enige die ze erkenden. Maar die kwam niet. Waarom niet?


En zo gebeurde er dus niets. De mensen gingen door met hun dagelijks werk, en het land kon redelijk overleven.
Maar een fijne situatie was het niet. Onderhuids groeide de onrust bij de mensen. In de hoofdstad, maar ook op het kleine eiland waar Myrra en Aralyssia bij de rovers leefden. De mensen wachtten op actie. Op iemand die de leiding nam. Op iemand bij wie ze zich aan konden sluiten.


Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 12:
Het gaat beginnen!

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny