Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: Hoe het begon
Hoofdstuk 2: Een nieuw gezin
Hoofdstuk 3: De koopman gaat op reis
Hoofdstuk 4: Vermist!
Hoofdstuk 5: Veranderd leven
Hoofdstuk 6: Anders dan de anderen
Hoofdstuk 7: Afscheid van Molly
Hoofdstuk 8: Het huis zonder Molly
Hoofdstuk 9: Winter
Hoofdstuk 10: Lente
Hoofdstuk 11: Toekomst, toekomst, toekomst
Hoofdstuk 12: Geen echte dochter
Hoofdstuk 13: ...
Hoofdstuk 13: ...
Op een aantal kilometer afstand, in een prachtige zaal van het koninklijke paleis zat de prins van het land. Prins Charmant werd hij altijd genoemd. Maar zijn eigenlijke naam was Edward. De omgeving waarin hij zat was zo heel anders dan de keuken van Cinderella. Hier overheersde de schoonheid. De vloer was in prachtige mozaieken van marmer gelegd. De muren waren beschilderd met kleurrijke motieven, en het plafond was gedetailleerd bewerkt. In de hoeken van de zaal stonden bedienden, klaar om toe te schieten als de prins iets wenste. Het verschil met de wereld van Cinderella was enorm.
Maar ook Prins Charmant was eenzaam. Natuurlijk waren er altijd wel mensen om hem heen. Bedienden, leraren, adviseurs. En hij kon vrienden zijn met wie hij wilde. Op feestjes stond hij altijd in het middelpunt van de belangstelling. Maar toch voelde de jongen zich eenzaam. Hij was enigskind. Zijn ouders hadden het druk met het regeren en vertegenwoodigen van het land. En dus was er niemand met wie hij echt samen kon zijn. Met wie hij echt alles kon delen.
Dat gevoel werd nog versterkt omdat zijn vader meer en meer bij hem aandrong toch eens uit te kijken naar een geschikte bruidskandidaat.
Een vrouw! Als Edward daaraan dacht, sloeg de schrik hem om het hart. Hoe zou hij ooit de gechikte kandidaat moeten vinden?
Natuurlijk, vrouwen genoeg in het land. En vrouwen genoeg die hij ontmoette. Maar geschikt? Tot nu toe had hij nog niemand ontmoet die zijn goedkeuring kon wegdragen.
Het moet klikken, had zijn moeder, de koninging tegen hem gezegd. Je voelt vanzelf wanneer het goed zit.
En hoe moest dat aanvoelen?
Soms was Edward bang dat hij het gevoel nooit zou beleven. Hij stond te ver af van de vrouwen die hij ontmoette. Net zoals hij te ver af stond van de mannen die hij ontmoette. Dezelfde reden dat hij zich vaak zo eenzaam voelde.
En meer nog dan bij de mannen, voelde hij dat de vrouwen wat van hem wilde. Ja, zij wilden dat hij hun tot zijn vrouw uitkoos. Ze wilden allemaal! Hij zag hun bedoelingen wel!
En dat irriteerde Edward. Wat hij meest in zijn leven wilde, was iemand die hem wilde zoals hij was. Niet wie hij was. De prins van het land en de toekomstige koning.
Maar zijn vader bleef maar aandringen. Ook nu weer had hij om een gesprek met zijn zoon gevraagd. En Edward zat nu in de zaal te wachten totdat de koning zou komen. Hij had al zo'n vermoeden waarover het gesprek zou gaan.
Trompetgeschal kondigde de komst van de koning aan. Je kon de hele dag horen waar de koning zich bevond. Steeds als hij van de ene kamer naar de andere liep, klonken de trompetten. Het was eigenlijk een maf iets. Het moest een raar gevoel zijn om de hele dag gevolgd te worden door die trompetten, dacht Edward. Over een paar jaar was hij aan de beurt.
Edward stond op uit zijn stoel en wachtte de koning staand op zoals het protocol voorschreef. Daar kwam hij aangelopen. Voorafgegaan door de trompetblazer en twee bewakers. Achter hem kwamen zijn twee persoonlijke adviseurs, en dan nog een bediende die de deur netjes dicht deed. Het was altijd een hele invasie als de koning binnenkwam.
De koning en prins Edward schudden elkaar de hand. Ze hadden elkaar een paar dagen niet gezien. De twee bewakers gingen aan weerszijden van het bankje waarop de koning plaast zou nemen staan, en de twee adviseurs gingen erachter staan. De trompetblazer en de bediende stelden zich op in de hoek van de zaal.
Na de begroeting ging de koning zitten, en de prins nam ook plaats.
Vertel me eens, hoe was het op het feest, zei de koning.
Hij doelde op het zelfde feest waar Anna en Paula ook naar toe gegaan waren.
Het was een goed feest, antwoordde de prins. De baron had het goed georganiseerd. Er waren veel mensen. Hij had zowel van de adel als van het gewone volk uitgenodigd.
De koning knikte.
Hij vertelde me dat hij dat zou doen, zei hij.