** Twee wegen en een driesprong - Reader**



Inhoudsopgave:

Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: DEEL 1 -Dominic en ik-
Hoofdstuk 1: Ups and downs
Hoofdstuk 2: My heart will go on and on...
Hoofdstuk 3: De opening van mijn ogen
Hoofdstuk 4: Gestoorde jongens
Hoofdstuk 5: Linde
Hoofdstuk 6: Mijn dagboek
Hoofdstuk 7: De extase van een wedstrijd
Hoofdstuk 8: Een avontuurlijke avond
Hoofdstuk 9: I'm losing control
Hoofdstuk 10: Gebroken
Hoofdstuk 11: Gala en Linde
Hoofdstuk 12: War in my life
Hoofdstuk 13: Overwinning
Hoofdstuk 14: Stan
Hoofdstuk 15: Overweldiging
Hoofdstuk 16: Een pijnlijke bekentenis
Hoofdstuk 17: Starende ogen zijn verliefd
Hoofdstuk 18: Eén na laatst
Hoofdstuk 19: Bericht aan Dominic


Hoofdstuk 5: Linde


De volgende dag kwam ze naar me toe. Ik wendde me een beetje van haar af. Had ze niet begrepen dat ik echt boos op haar was?
Ze had me gisterenavond gewoon alleen gelaten! Gewoon, in de steek gelaten! Ze was steeds weggelopen van mij. Als ik iets vroeg, reageerde ze niet op me. Ik had gedacht dat we vriendinnen waren. Nou, niet dus. Ik werd hier echt zo boos van.
Waarom deed ze zo stom tegen me? Nu wist ik wel wat ik zou gaan doen. Ik zou me niet meer met haar bemoeien. Ze mocht het lekker zelf uitzoeken. Als ze dacht dat alles wat zij deed beter was – nou dan deed ze dat maar. Maar ik wilde er niets meer mee te maken hebben.
Ze zoekt het maar lekker uit, dacht ik grimmig.
En nu kwam ze naar me toe. Ging ze nou zoete broodjes bakken? Als ze dat deed…
Of ze kwam haar excuses aanbieden. Maar dat deed ze toch niet. Zoiets zou ze nooit doen. Daar kende ik haar te goed voor.
Ze raakte me aan op mijn schouder. Ik schudde haar hand weg. Ze moest niet denken dat ze zo maar alles weer goed kon maken.
‘Hé…’ zei ze.
‘Ook hoi,’ antwoordde ik afstandelijk.
‘Waarom ben je boos op me? Waarom ontwijk je me steeds?’ vroeg ze.


Nu begon ik te koken. Dacht ze nu werkelijk dat ze onschuldig was en dat ik haar ontweek?
Dat kind was niet goed in haar hoofd!
‘Misschien ontwijk jij me ook wel,’ zei ik. Ik wilde haar laten nadenken over wat ze allemaal had aangericht.
‘Ja!’ zei ze fel, ‘maar dat was jou schuld!’
Nu viel mijn mond letterlijk open van verbazing. Was ik de schuldige? Gaf ze nu mij de schuld? Hoe durft ze!
‘O ja!’ schreeuwde ik. ‘Is het nu allemaal mijn schuld? En jij? Waarom liep jij gisteravond steeds weg?’
‘Dat was jouw schuld!’
‘O ja? Wat had ik gedaan dan? Echt alleen maar omdat ik zei dat je Soos met rust moest laten? Kom op zeg. Wat heb ik gedaan?’ en zachter liet ik er op volgen: ‘Laat trouwens ook maar. Ik hoef jouw leugens niet aan te horen.’
Ik draaide me woest om en liep weg.
‘Wacht!’ riep Linde.
‘Wat nu weer?’
‘Ik… ik…’
‘Zo? En wat wilde je zeggen?’ zei ik opeens poeslief.
Ik zag daar mond open en dicht gaan. Toen draaide ze zich om.
‘Zoek het maar uit,’ waren mijn afscheidswoorden.


In de weken die daar opvolgden, had ik amper –of eigenlijk helemaal niet– contact met Linde.
De vakantie was voorbij en ik reed weer elke dag mee in de bus. Als we elkaar ’s ochtends zagen, zei Linde nog wel eens ‘hoi’, maar ik draaide me om. Ze moest vooral niet denken dat ik het stom vond dat we geen vriendinnen meer waren. Ik wilde wel eens zien wat zij nu in de bus deed. Naast wie ze ging zitten. Met wie ze omging. Of ze verdrietig was. Nu pas merkte ik hoeveel ik met haar om was gegaan. Hoeveel we gedeeld hadden. Kon ik dit nu echt allemaal gewoon laten gaan?
Was dat echt nodig? Ik besefte dat ik eigenlijk best graag wilde dat het weer goed kwam. Maar er was een voorwaarde van mijn kant: zij moest terugkomen. Niet ik. Zij had gelogen en mij de schuld gegeven, terwijl ik niets had gedaan.
Ik besefte meer en meer dat ik weer op m’n eentje was aangesteld. Ik ging wel om met Hadassa en met Charlotte, maar dat was toch anders.
Heel anders.
Die maandag plofte ik neer in een stoel. Langzaam druppelden er meer mensen de bus in. Zou er ook iemand naast mij komen zitten? Vast niet.


Ik was boos, de laatste tijd. Ik was verdrietig en gedroeg me afstandelijk. Ik had met mezelf de afspraak gemaakt nooit meer mijn gevoelens te delen met iemand. Er zouden alleen maar problemen mee komen. Net als bij Linde.
Ik zag hoe Linde de bus in kwam en naar achteren liep. Ze hield bij mij stil. Wilde ze nu echt naast mij zitten?
Best. Als ze dan maar iets… vriendelijker deed of haar excuses aanbood.
Dan was het goed.
Plotseling merkte ik dat ik snakte naar iemand die met me zou praten en die me vast zou houden. Oh, Dominic…
Linde ging naast me zitten.
In de tijd die volgde, ging het goed. We praten wat en we hadden het niet meer over onze ruzie. Gelukkig.
Ik merkte dat Linde het goed wilde maken, maar dat ze het niet durfde. Prima.


Ik had het in ieder geval gemerkt. Dat was eigenlijk al goed genoeg.
Ik voelde hoe de breekbare band tussen ons langzaam weer sterker werd.
Op een gegeven moment begon Linde te praten over haar liefde.
Joshua.
‘Weetje…’ fluisterde ze naar me, terwijl ze naar me toe boog. ‘Weetje met wie ik vanavond ga fietsen?’
Joshua, zei ik mijn gedachten. Linde was helemaal gek van Joshua. Ik wist dat haar moeder een beetje terughoudend was en dat ze een afspraak hadden gemaakt. Lindes moeder wilde eerst een keer met Joshua praten, voor het echt wat zou worden. Ik wist dat daar zelfs al een datum voor was – aankomende vrijdag.
‘Begint het met een J?’ vroeg ik.
Ze knikte met glinsterende ogen. Joshua, zeiden mijn gedachten. Een doorbraak. Zou ze dat eigenlijk wel mogen van haar moeder?


‘Joshua?’ ik keek haar vragend aan. ‘Ik dacht dat je niet met hem iets mocht gaan doen voor ze met hem gepraat had?’
‘Nee…’ ze boog nog dichter naar me toe.
Nu gaat ze me vertellen dat ze het stiekem doet en dat hij haar vanavond verkering gaat vragen, dacht ik.
‘Het is Joshua niet.’ Ze trok een gek gezicht.
Ik moest het even tot me door laten dringen. Het was Joshua niet? Wie dan wel?
‘Wie dan wel?’ ik stelde mijn vraag.
‘Johnny.’
‘Wat? Johnny?’ vol verbazing keek ik haar aan. Was Linde wel goed in haar hoofd? Ik wist dat ze al eens eerder op Johnny was geweest. Ze had het lukraak tegen hem gezegd. En Johnny had gezegd dat hij op een ander meisje was geweest. Dat was bijna een jaar geleden. En nu toch?!
En Joshua dan?


Ze knikte, duidelijk genietend van mijn verbazing. ‘Je hebt heel wat gemist!’
Uit haar stem klonk triomf. Heel wat gemist? Was dat mijn schuld?
Nu deed ze net alsof ik niet zonder haar kon!
Maar ik besloot het nog even zo te houden en vroeg wat Joshua er van vond.
Linde haalde haar schouders op. ‘Hij vindt het niet erg. Het maakt hem niets uit.’
‘Niets uit?’ mijn stem sloeg over van verbazing. Dit kon niet. Dit kon nooit. Joshua die dit niet erg vond? Aan m’n neus.
Er waren maar twee keuzes. Óf hij was helemaal niet verliefd geweest op Linde, of heel oppervlakkig, maar dat geloofde ik niet. Hij was immers van plan geweest met Lindes moeder te gaan praten! Nou, dan moest het wel serieus zijn. Ik zou dat echt nooit doen.
Dan was er nog de tweede keuze: hij was echt verliefd op Linde, maar hij wilde niet laten merken dat hij het erg vond. Ik geloofde het laatste. Hij zou nooit zo’n moeite doen als hij niet verliefd was op Linde.
Arme Joshua.
‘Hoe weet je dat?’ vroeg ik Linde.
‘Oh,’ antwoordde ze. ‘Kijk maar.’
Ze haalde haar mobiel uit haar zak en opende haar inbox. ‘Ik kreeg een smsje van hem.’


Ik las het gauw door.
Wil jij met Johnny verkering? Goed hoor. Maakt mij niets uit. Welterusten.
‘Zie je wel?’ ze keek me triomfantelijk aan.
“Zie je wel!” wilde ik terug schreeuwen. “Hij wil dit helemaal niet!”
Maar ik hield mijn mond. Het bestond niet dat Joshua dit niet erg vond.
Ik las de pijn tussen de regels door. Zag Linde dan niet dat de gebruikelijke x’jes er niet stonden? Zag ze dan niet dat er geen ‘hvj’, hou van jou, stond?
Welterusten, punt. Meer niet.
Had ze dat nou echt niet door?
Ik begon me steeds meer te ergeren aan haar. Ze zocht het maar uit! Ik vond het gemeen van haar! Vreselijk gemeen tegenover Joshua. Dit mocht niet!
Had niemand dit door? Kon niemand dit tegen houden? Dacht ik wanhopig.
Nee, dan had ik toch liever Dominic. Dominic die me niet kende. Hij kon tenminste me niet aan de kant zetten als grof vuil, zoals Linde nu deed.
Had Johnny dit nu ook niet door?


Ik had zin om naar Johnny te gaan en te zeggen: “Johnny, kijk uit. Ze is een slet. Ze heeft nooit langer verkering gehad dan een week. Ik zeg niet dat je haar niet verkering mag vragen, absoluut niet. Ik wil jullie niet uit elkaar halen. Ik wil alleen dat je uitkijkt. Voor je het weet sta jij ook bij het grof vuil. Wat je nu doet, is wachten op de vuilniswagen.”
Maar ik deed het niet. Ik wilde me er niet mee bemoeien. Ze zochten hun eigen zaakjes maar uit. Johnny was slim genoeg.
Zou hij nou echt alleen op een knap blond koppie vallen? Een koppie zonder inhoud, zoals Linde?
Ach, wat maakte het me ook uit.
Het was nu definitief, wist ik. Géén Linde meer. Ze zocht het maar uit.
Ik zou het prima in m’n eentje kunnen. Zij ook. Mét Johnny.
Ik draaide me ruw om naar het raam en zette mijn muziek aan.


Nu was het Lindes beurt om verbaasd te kijken. Ze keek me vol ongeloof aan.
Ze was zeker verbaasd dat ik niet reageerde op haar verkering met Johnny.
Ik zag dat ze haar mond opende en ze wilde wat zeggen, maar er kwam geen geluid uit.
Toen wist ik wat ze dacht. Om te gillen. Ze was bang dat ik ook verliefd was op Johnny. Geen twijfel aan. Zoals ze keek.
Lekker laten denken, zei ik tegen mezelf. Ik had zolang niet over Dominic gesproken – wat wil je, zij praatte hele dagen over Joshua – dat ze nu niet zeker meer wist of ik wel op hem was.
Lekker puh.
Trouwens, wat dacht ze wel niet. Dat ik zo’n slet was als haar, om elke week op een ander te zijn?
Nou, echt niet. Ik was lekker al bijna een jaar op Dominic verliefd. Nou, daar kon zij niet bij.
Ik draaide me om en sloot mijn ogen.




’s Middags kwam ik weer in de bus. Linde kwam direct naar me toe.
Ik geloof dat ze zekerheid wilde hebben. Zekerheid of ik echt op Johnny was.
Ze begon me gerichte vragen te stellen. Het begon met een: ‘Ga jij naar het voetbaltoernooi?’
Daarbij moest ik direct aan Dominic denken, en ik knikte glimlachend.
‘Doet Dominic ook mee, net als vorig jaar?’
Ik kom mijn mond niet houden. Ik had zó lang niet gepraat over hem. En soms heb je daar wel eens behoefte aan.
Bovendien, ik wilde niet vergeleken worden met haar. Ik wilde niet als Linde zijn en verliefd zijn op Johnny.
‘Ja!’ was dan ook mijn blije antwoord.
En Linde zuchtte diep en grijnsde. Ik wist dat ze dacht – maar niet wilde zeggen: “Geen Johnny voor jou!”
En gelukkig maar, dacht ik.




In de dagen die hierop volgden had ik totaal geen contact met Linde. Ik had zelfs geen een keer ‘hoi’ gezegd. Gewoon. Niks.
Ik merkte dat ik prima af was zonder haar.
Wat me wel opviel en wat me heel erg irriteerde, was dat ze opeens de hele tijd met Stef zat. Ik wist dat Stef in het verleden verliefd op haar was geweest – of nog steeds?
In ieder geval, hij was een vriend van Johnny en nu ik niet meer naast Linde zat, zat ze altijd naast Stef. Ik wist niet of Johnny dat wel zo leuk zou vinden.
Hij zat in DTC op school en wist totaal niet wat Linde zoal uitvoerde.
Nou ja, dacht ik, het gaat toch weer uit. Ik merkte het direct al. Aan het begin van hun verkering belde ze de hele dagen met hem. Nu niet meer. Soms.
Het zou me echt niet verbazen dat als het over een week of zo uitging, dat Linde verkering kreeg met Stef. Daar zag ik haar wel voor aan. Die jongensgek.


Tot mijn ergernis begon Linde zelfs te roken.
Haar moeder rookte ook, soms dan. Linde zei altijd dat ze nooit zoals haar moeder wilde zijn. Zij zou nooit roken. Het was alleen maar stom en vies. En duur.
Ze wist heel goed wat de gevolgen van roken waren en ze waarschuwde andere meiden er ook heel vaak voor. Ze had bij Stef gezien wat er gebeurde als je verslaafd was. En nu?
Nu ging ze zelf roken. Dat vond ik echt stom van haar. Doet ze alleen maar om bij Stef te horen.
Nou ja, dan moet ze het zelf weten. Ik moest me er niet langer mee bemoeien. Als Linde dat wilde… dan deed ze dat maar. ik moest mezelf tegenhouden om me niet met haar te bemoeien. Ze zocht het maar uit.


Die avond lag ik op mijn bed met mijn hoofd in mijn handen. Ik verveelde me. Ik had al mijn huiswerk al af. Wat moest ik nu gaan doen?
Normaal zou ik gaan lezen of gaan computeren, maar dit keer had ik daar geen zin in. Mijn ogen dwaalden door mijn kamer. Weer viel het me op hoeveel spulletjes ik uit het buitenland had. Die namen mijn broers allemaal mee en ik had ook veel zelf gekocht in Albanië, als herinnering.
Mijn blik viel op het kleine, houten olifantje. Die had ik van mijn vriendin Angela gekregen, uit Ethiopië. Met weemoed dacht ik aan Angela. Ze was dit jaar bij voor het eerst bij ons in de klas gekomen. Zij en haar familie zouden namelijk naar Ethiopië verhuizen. Omdat de school waar ze eerst op school zat, geen afstandsonderwijs aanbood, kwam ze naar onze school. Ze had elke dag een heel eind moet rijden naar onze school en had er nog niet eens drie maanden op school gezeten. We waren al gauw vriendinnen geworden. Vorige week had ze bij me gelogeerd en vlak daarna was ze naar Ethiopië verhuisd. Toen ze weg ging, had ze me dat olifantje gegeven.
Was Angela er nog maar. Dan had ik nu nog een vriendin. Ach, wat maakte het ook uit. Dan maar alleen.


Mijn ogen dwaalden verder langs de wanden. Er hing een opgeplakte puzzel van Florence. Als vanzelf gleden ze naar een hoge koepel op de puzzel. Ik had daar bovenop gestaan. ik weet nog hoe ik me voelde toen ik daar boven op stond. Als je naar beneden keek, voelde je je heel groot, al die kleine poppetjes onder je. Alsof je ze zo zou kunnen oppakken en in een poppenhuis zou kunnen zetten. Terwijl als je naar boven keek, voelde je je heel klein. Dan zag je machtige blauwe hemel. Dat was echt fantastisch geweest.
Een stukje verder in mijn kamer hing een groot kleed met felle kleuren. Ik had dat kleed van Marilyn, de vriendin van mijn broer Leonard, gekregen. Dat kleed kwam uit Indonesië. Daar had Marilyn vroeger gewoond. Ja, we hebben nogal een reisfamilie. Voordat we naar Albanië gingen, hadden mijn ouders al in twee verschillende landen van Afrika gewoond. In één daar van hadden ze zelfs tien jaar gewoond, maar toen was ik nog niet geboren.
Ik geloof dat we het reizen allemaal van hen hebben overgenomen. Ik zelf wil ook het liefst naar het buitenland. Net als Leonard. Die gaat gewoon op wereldreis voor een jaar zonder geld mee te nemen. Nou, dat leek mij echt fantastisch.


Ik had dan ook al dozijnen armbandjes en kettingen. Die had ik allemaal van mijn broers gekregen. Frankrijk, India, Indonesië, Zuid-Afrika, Oeganda, Nigeria, Kenia, de VS, Mexico, Guatemala, China en natuurlijk uit Albanië, Griekenland en al die landjes om Albanië heen. Je kon het zo gek nog niet bedenken of ik had er wel wat van.
Maar ja. Dat kwam ook echt door mijn familie: mijn vader moest vaak voor zijn werk naar Mexico en omstreken en daar kreeg ik daar weer dingen van. Leonard kwam het meest in Azië en Afrika, en daar had ik al die spulletjes weer van…
Dit was echter nog maar een heel klein deel van mijn collectie.
Ik had ook nog een tas uit Mexico, een grote waterpot uit Afrika en een paar echte pijlen uit Papoea…
Tja.
Toch, waar ik nog het meeste van hield, was de Albanese vlag.
Ik had hem aan het dak vastgemaakt en hij hing nu te pronken boven m’n bed.
Vaak , als ik ’s avonds in bed lag, staarde ik naar de vlag en peinsde erover hoe het in Albanië zou zijn.
Wat al mijn vrienden nu deden.
Die gedachte spoorde me aan om mijn dagboek te pakken. In mijn dagboek had ik de vakantie naar Albanië opgeschreven, met al de bijzondere dingen en ontmoetingen. Ik had er nu echt behoefte aan om dat te lezen.
Mijn dagboek viel direct op de goede plek open. Ik had het al zo vaak gelezen.
Ik nestelde me nog eens goed onder de dekens en begon te lezen.





Volgend hoofdstuk:
Hoofdstuk 6:
Mijn dagboek

Overzicht verhalen
Informatie & voorwaarden
Home
Aanwezige users:


Niet ingelogd



Anno 2012
Pages created by nanny