Hoofdstuk 0: Vanaf het begin
Hoofdstuk 1: Intro
Hoofdstuk 1: Intro
De man liep de gang binnen, zijn hoofd afgeschermd door een zwarte kap en zijn pas zwaar versneld. Terwijl hij op de vrouw afliep draaide de vrouw zich om met een pijnlijk gezicht.
"Het is tijd."
De man buigt zijn hoofd begrijpelijk en volgt de vrouw naar het vertrek.
De mensen die ze onderweg tegenkomen maken een kleine buiging en schuiven dan zachtjes naar achter, Onder de indruk en doodsbang natuurlijk.
Als de deuren van het vertrek geopend worden snelt de man naar de stervende vrouw die in het rijk versierde hemelbed ligt.
"Och lieve, Wat hebben ze met je gedaan?" Vraagt de man aan de bewusteloze vrouw.
Haar ademhaling is nog maar zwakjes en de wond is te groot om nog hersteld te worden. De vrouw is ten dode opgeschreven.
De vele helers die zijn ingeroepen staan weerloos aan de weerzijden van de kamer, wachtend tot ze de vrouw dood kunnen verklaren.
Iedereen is diep bedroefd, en buigen vol respect naar de man.
"Vindt.."
De fluistering was nouwlijks hoorbaar maar die man die over het lichaam van de vrouw heen hangt heft zijn hoofd en beweegt het dichter naar de hare.
"Wat zeg je, lieveling?"
De vrouw beweegt haar lippen weer, hoewel het even duurt voordat er geluid uit komt.
"Vindt ons...Kind, Het is tijd.."
De man knikt met zijn hoofd.
"Ik begrijp het mijn liefste."
Dan laat de vrouw haar hoofd dieper in het kussen vallen, en sluit haar ogen.
De ademhaling van de vrouw wordt steeds oppervlakkiger totdat hij er uiteindelijk mee op houd.
De man pakt haar hand en veegt een aantal tranen uit zijn gezichtsveld.
Dan staat hij op en verheft zijn stem.
"Ik zal niet rusten tot de daders dood zijn. de moordenaars zullen huiveren terwijl ik steeds dichter bij de waarheid kom, en ze zullen smeken om hun leven als ik hun strot doorsnijd. Als eerbetoon aan onze Koningin!"
Nadat hij de woorden gezegd heeft stort hij zich verslagen op zijn knieƫn en barst in verdriet uit. Rouwend om de dood van deze bijzondere vrouw.