|
Uit: 'Het circus Galliano':
De laatste paar dingen werden snel in de wagen gezet. Jimmy zwaaide en rende het trapje op. Zijn vader zat aan de voorkant en klakte met zijn tong naar het paard. Zijn moeder trok voor de laatste keer de deur van haar huis dicht en rende half lachend en half huilend het pad af. De buren kusten haar en wensten haar geluk.
"Dag, dag!", riepen ze. "We komen jullie allemaal opzoeken als het circus weer hier is. Dag!"
Het paard liep de straat uit. Lotta zat op zijn rug en meneer Brown had de teugels in zijn handen. Lotta sprong altijd op een paard als ze de kans kreeg!
Ze kwamen bij het circusterrein. De tenten waren afgebroken. De kooien waren in orde. De wagens gingen een voor een het hek door. Jumbo trok zoals gewoonlijk drie kooien. Er werd heel wat geroepen en geschreeuwd. Het was allemaal erg opwindend.
Jimmy's vader voegde zich in de rij woonwagens. Jimmy hing uit zijn wagen. Hij zag Jumbo een heel eind voor zich uit. Hij stapte rustig door, die brave Jumbo. Hij zag Lilliput, met Jemina de aap om zijn nek. Hij ving een glimp op van meneer Galliano die iets naar iemand riep; zijn hoed stond flink scheef.
Al gauw was het veld leeg. Het circus was op weg naar de volgende stopplaats. En Jimmy en zijn vader en moeder waren erbij, knus in hun woonwagen. Ze vroegen zich af waar ze heen gingen en wat er allemaal zou gebeuren.
|
|
|