Enid Blyton schreef in haar leven meer dan 600 boeken. Haar eerste boek werd uitgegeven in 1922, ze stierf in 1968, dus een eenvoudig rekensommetje leert ons dat ze in 46 jaar tijd al die avonturen en wetenswaardigheden heeft geschreven. Naast de boeken waren er ontelbare artikelen en korte verhalen in allerlei tijdschriften, haar eigen blad 'Sunny Stories' en ze deed ook nog af en toe de redaktie van andermans artikelen voor magazines. Lang heeft men gedacht dat een aantal ghostwriters onder de naam Enid Blyton schreven. Maar toen duidelijk werd hoe haar werkwijze was, begreep men, dat ze toch in haar eentje alles geschreven kan hebben. Allereerst was haar neiging om alles te ordenen, te programmeren van niet geringe betekenis. Enid hield van regelmaat, ze werkte op geplande tijden, ze tuinierde op geplande tijden en ze besteedde aandacht aan haar gezin op geplande tijden. Dat laatste was er de oorzaak van dat haar beide dochters zich verwaarloosd voelden. Die werden 'uitbesteed' aan kindermeisjes (ook borstvoeding weigerde ze te geven, omdat dat te veel van haar tijd in beslag nam) en daarna zo snel mogelijk naar een internaat gestuurd. Ouderliefde kun je nu eenmaal niet programmeren. Enid zat het liefste 's zomers op haar geliefde plekje in de tuin van Green Hedges te werken: gemakkelijke stoel, een houten plank op haar knieën met daarop haar portable typemachine (merk Imperial met de naam 'The Good Companion') en aan één stuk door typend. Die regelmaat en gewoontes heeft ze nooit doorbroken, ook niet toen ze op het toppunt van haar roem (midden jaren '50) veel geld verdiende. Hoewel ze schatrijk was, bleef ze een sober leven zonder zwier leiden. Haar man gaf het geld uit: een Rolls Royce-met-chauffeur, een Bentley, gokpartijtjes, en een wijnvoorraad, waarvan zij, om hem een plezier te doen, zo af en toe wat dronk. En dan is er de unieke manier waarop haar geest, haar fantasie werkte! George Greenfield beschrijft het in zijn biografie als volgt. In 1953 schreef de jonge psycholoog Peter McKellar haar een brief. Hij was bezig met een onderzoek naar inzicht in het psychische scheppende proces van schrijvers en vroeg haar om haar 'methode'. Haar antwoord was meer dan 1000 woorden lang, en ze schreef onder meer: "In mijn geval begon dat voorstellingsvermogen al als jong kind. In bed sloot ik gewoonlijk mijn ogen en 'liet mijn gedachten de vrije loop'. En daar kwamen dan wat ik noem 'night stories' - dat waren allerlei gedachten, in verhaalvorm - waarin ik soms de 'ik-figuur' was en soms ook niet. . . . . . . . . Omdat ik zoveel fantasieën had, wilde ik schrijven - op papier zetten wat ik zag, hoorde en voelde in mijn gedachten. Ik had een gave om de goede woorden te vinden, dus dat was niet zo moeilijk. . . . Ten eerste moet je je realiseren dat, als ik een compleet nieuw boek begin met nieuwe hoofdpersonen, ik geen enkel idee heb hoe de karakters zullen zijn, waar het verhaal zich zal afspelen, of wat voor avonturen of gebeurtenissen er gaan komen. Alles wat ik weet is dat het, bijvoorbeeld een 'Adventure' of een 'Mystery' zal zijn en dat het een bepaalde lengte moet hebben - zeg veertigduizend woorden. Ik sluit mijn ogen een paar minuten, met mijn portable typemachine op mijn knieën - ik maak mijn geest leeg en wacht - en dan, net alsof het echte kinderen zijn, staan de figuren voor me in mijn verbeelding. Ik zie ze tot in detail - haren, ogen, voeten, kleren, gezichtsuitdrukking - en ik weet altijd hun voornamen, maar nooit hun achternaam (Die haal ik later uit een telefoongids) . . . . Terwijl ik naar ze kijk beginnen de karakters te bewegen en te leven - ze praten en lachen (ik hóór ze) en soms zie ik dat eentje van hen een hond heeft, of een papegaai, en dan denk ik - 'Ah, da's goed. Dat verlevendigt het verhaal'. . . . Dat is genoeg voor mij. Mijn handen gaan naar de toetsen van de typemachine en ik begin. . . . Het verhaal ontrolt zich in mijn geest alsof het een privé-bioscoop is. De karakters komen en gaan, praten, lachen, zingen - beleven hun avonturen - hebben ruzie - enzovoorts. Ik zie en hoor alles, en schrijf het op met mijn typemachine. . . Ik weet niet wat ze allemaal gaan doen. Ik weet niet wat er zal gebeuren. Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik een verhaal kan opschrijven en het meteen voor de eerste keer kan lezen, op één en hetzelfde moment. . . . . Wat ook vreemd is, is dat mijn 'onderbewustzijn' in staat is opdrachten uit te voeren als 'het verhaal moet veertigduizend woorden lang zijn'. Het maakt niet uit, hoe lang het verhaal moet worden (en dat varieert enorm), het boek eindigt bijna altijd in precies het juiste aantal woorden." 'n Fascinerend verhaal. Door op deze manier te schrijven, haalde Enid zo'n tienduizend woorden per dag (De meeste schrijvers zijn al blij met vijfhonderd woorden). 'n Noddy-boekje deed ze in twee dagen, een avontuur van de 'Famous Five' stond in vier dagen op papier en en een deel uit de 'Adventure'-reeks kostte haar zes dagen. Ze las het dan nog een keer door, haalde er hier en daar nog een foutje uit en liet het dan 'in het net' uittypen. Greenfield, haar agent, zegt dat er ook in haar eigen eerste versie nauwelijks fouten zaten; die konden bij wijze van spreken meteen naar de drukkerij. En dan is er nog het feit dat Enid geen last had van 'groeistuipen' in haar schrijverschap. Ze maakte geen ontwikkeling door, geen rijping in haar werk. Waar andere schrijvers vreselijk moeite moeten doen om dat wat ze willen naar hun zin op papier te krijgen (een roman per jaar plus nog een half jaar verbeteringen aanbrengen is heel normaal), schreef zij maar door. Het niveau van haar werk bleef 46 jaar lang vrijwel gelijk. Je kunt daar meer over lezen in het hoofdstukje 'Als een kind?'. Niet alleen heeft Enid Blyton veel boeken geschréven, ze zijn ook vreselijk goed verkocht. En niet alleen in Groot-Brittanië, maar ook ver daarbuiten. Geschat wordt dat het er in totaal momenteel zo'n vierhonderd miljoen zijn. Een onderzoek van UNESCO in 1974 wees uit, dat haar boeken toen 165 keer vertaald zijn in meer dan 40 talen, waarmee ze meest vertaalde kinderboekenschrijfster ter wereld is. Alleen de bijbel en Lenin zijn meer vertaald. Enid's boeken worden gelezen in ongelooflijk veel landen over de hele wereld; van Polen tot Polynesië, van IJsland tot India, groeien kinderen op met haar verhalen. Noddy bijvoorbeeld is zelfs vertaald in Middeleeuws latijn, door de professoren William en Elizabeth Bryce en heet dan 'Nuticulus Satyrique' ('Little Nut and the Satyrs'), en er zijn 3 toneelprodukties van gemaakt. Noddy heeft ook geschitterd in Pantomime-voorstellingen rond Kerst en Nieuwjaar in Londen in de jaren 50. Enid heeft er zelf nog met veel plezier aan meegewerkt. Van de 'Famous Five' is ooit een musical gemaakt, die in Londen met veel succes is opgevoerd. Nog steeds worden de Blyton-boeken overal goed verkocht, hier en daar zelfs nog beter dan 40 jaar geleden. Enid kreeg enorm veel post van kinderen over de hele wereld, en werkte samen met hen voor vier liefdadige instellingen: voor dieren, een kindertehuis, voor blinde kinderen en voor spastische kinderen. Ze zamelde hiervoor zilverpapier in dat naar Green Hedges werd gestuurd. Ongeveer een half miljoen kinderen hebben daaraan meegewerkt. Een complete lijst van haar werk is er nog niet. De meest complete lijst vind je op de site van de Enid Blyton Society (zie de link op de link-pagina), onder het kopje 'Book listing'. Geraadpleegde bronnen: A. van den Oever, Geordende liefde. Uit NRC Handelsblad 13-10-1989 Informatie over Enid Blyton. Uitg. Het Goede Boek, mei 1976 G. Greenfield, Enid Blyton. Sutton 1998 |
Terug naar beginpagina | Pages created by nanny |